De invloed van het christendom neemt in de westerse wereld snel af, de boze wint voor het oog terrein. Christenen staan daardoor nog meer dan voorheen in de frontlinie, waar ze alleen met Gods wapenrusting stand kunnen houden. „De vorst van de duisternis zit niet stil.”
In zijn gemeente Woudenberg hield ds. W.J.C van Blijderveen een prekenserie over de geestelijk wapenrusting. Het was zijn vrouw die hem daartoe aanspoorde. „Ze vond het een belangrijk onderwerp, dat bredere aandacht verdient. Terecht. Daarom ben ik er indertijd aan begonnen. De preken vonden weerklank in de gemeente. Ook jongeren reageerden erop.”
Later verzorgde de hersteld hervormde predikant uit Kruiningen een lezing over hetzelfde thema voor de Bond van Hervormde Zondagscholen, waarvan hij hoofdbestuurslid is. Afgelopen jaar dacht hij met zijn belijdeniscatechisanten na over de vraag wat het betekent om als christen in een ontkerstende samenleving te staan. En wat nodig is om staande te blijven. De wens om dat wat hij in de Schrift ontdekte nog breder te delen, bracht hem tot het besluit er een boekje van te maken.
Ervaart u het leven als een strijd?
„Jazeker. Ik begin het boekje met een gedicht van Guido Gezelle, dat me aanspreekt.
„Het leven is geen vrede alhier,
geen wapenstilstand vragen:
het leven is de Kruisbanier
tot in Gods handen dragen”
Dat vraagt strijd, soms zware strijd. De vorst van de duisternis zit niet stil. Op allerlei manieren probeert hij je tot struikelen te brengen, je te beschadigen.”
Door uitwendige of vooral inwendige strijd?
„Beide. Als het om inwendige strijd gaat, denk ik aan twijfel. Daar ben je ook als predikant niet vrij van. Veel mensen denken dat een dominee het altijd weet en heeft, maar dat is een misvatting. Ook ik ken mijn momenten van twijfel aan de waarheid van het Woord. Een aantal jaren geleden had ik dat in de kerstperiode. Dat was heel zwaar. Je preekt over het wonder van de menswording van Christus, dat het Woord vlees is geworden, terwijl je innerlijk worstelt met de vraag: is het wel waar? Zo niet, wat sta ik hier dan te doen?
Een collega adviseerde me om me niet aan de vertwijfeling toe te geven, maar met de Schrift aan de slag te gaan. Het gevolg was dat het Woord me weer greep en mijn hart raakte, door de kracht van de Heilige Geest. Dat verbrak de vertwijfeling, maar het toont wel je kwetsbaarheid. De twijfel staat niet los van geluiden en verhalen die vanuit de samenleving op ons afkomen.”
Beseffen reformatorische christenen dat ze in de frontlinie staan?
„Onvoldoende. We leven in relatieve vrijheid en kunnen onze dingen doen, mede doordat ook wij seculiere mensen zijn geworden, die sterk leven voor het hier en nu. Daardoor missen we vaak de vrijmoedigheid om in alle helderheid te belijden wat het geloof voor ons betekent. Innerlijk, vanwege de hoop die in ons leeft, en voor de wijze waarop we in het leven staan.”
Wat ziet u als de meest krachtige aanval van satan?
„De tijdgeest, die ook wij inademen, met een sterke relativering van waarheid. Ieder moet zijn eigen waarheid kunnen ontwikkelen, dé waarheid heeft niemand. Die houding gaat gepaard met een sterk romantisch levensgevoel. Iets moet goed voelen, je moet voor jezelf kiezen, het gaat om jouw geluk. Dat beïnvloedt het persoonlijk leven, het huwelijksleven, het gezinsleven, het gemeenteleven en het geestelijk leven.
Ook in de kerk dobberen we vaak op het gevoel en is een sterk therapeutisch Godsbeeld ontstaan. Hij is de God Die voor ons zorgt, Die onze Vriend is, ons geeft wat we nodig hebben. Als het leven lastig wordt door beproevingen, in welke vorm dan ook, heb je met zo’n Godsbeeld heel gauw twijfel.”
Welk deel van de geestelijke wapenrusting hebben we vooral nodig?
„Ik denk dat de basis van de geestelijke wapenrusting de gordel van de waarheid is. Zonder die gordel ben je gedoemd te struikelen. Dan flappert je gewaad rond je benen en komt het niet tot strijden. Weten we nog wat de waarheid is? Binnen ons reformatorische volksdeel zijn we er trots op dat wij die hebben bewaard en in het spoor van de Reformatie gaan, maar hebben we ons de waarheid van het Woord wel eigen gemaakt? Ik schrik soms van het gebrek aan Bijbelkennis.”
Paulus roept op de gehele wapenrusting van God aan te doen. Wat verstaat u onder dat aandoen?
„God reikt ons deze wapenrusting aan. Het is Zijn wapenrusting. Vervolgens moeten we die wel aannemen en aantrekken. Door de verschillende onderdelen voor ons neer te leggen, te overdenken en onszelf de vraag stellen: wat betekenen ze voor mij? De lessen die Paulus eraan verbindt in Efeze 6, moeten we ter harte nemen. Biddend met de geestelijke wapenrusting bezig zijn, zal ertoe leiden dat die ons eigen wordt. Er is een mysterieus samenspel tussen Gods genadige gaven en onze verantwoordelijkheid in het aanvaarden daarvan.”
Kunnen de wapens worden gescheiden, of vormen ze één geheel?
„Het laatste. Er is geen onderdeel dat kan worden gemist. Zoals ik al aangaf, vormt de gordel van de waarheid het fundament van de geestelijke wapenrusting. De overige onderdelen vloeien eruit voort. Het gebruik ervan begint met een leven vanuit Gods genade en de door Christus behaalde overwinning. Niet voor niets schrijft Paulus eerst: wordt krachtig in de Heere en in de sterkte van Zijn macht.”
Hoe ziet u het zwaard van het Woord?
„Dat heeft twee aspecten. In de hand van God Zelf is het Woord een tweesnijdend scherp zwaard: ontdekkend en levensvernieuwend. Tegelijk is het Woord het zwaard dat in de handen van de gelovige wordt gelegd, om daarmee weerstand te bieden aan de verleidingen van de vorst van de duisternis.
Als de Geest het zwaard van het Woord hanteert, breekt hij daarmee door in het leven van mensen. Dwars door hun verzet en ongeloof heen. Als de gelovige het Woord hanteert, is dat evenzeer gericht op het afslaan van dwaling, ongeloof en vertwijfeling. In eigen hart en naar buiten toe. We zien in de kerkgeschiedenis dat keer op keer allerlei dwaling opkomt. Dan hebben we die te weerleggen. Denk aan de wijze waarop satan de Heere Jezus in de woestijn op allerlei manieren tot struikelen probeerde te brengen, met Bijbelteksten, en de Heere Hem met het Woord in de hand van repliek diende.”
Hoe kun je dat oefenen?
„Door in het Woord te wonen. Bijbelkennis is fundamenteel voor het onderkennen van dwaling en het bestrijden daarvan. Zonder Bijbelkennis worden we heel gemakkelijk meegezogen door allerlei wind van leer en zijn we snel geïmponeerd door mensen die teksten citeren zonder de context mee te nemen. Dan krijg je een theologie die is gebaseerd op losse teksten, weggerukt uit hun verband en losgemaakt van andere Bijbelwoorden. Daar ligt mijn aarzeling bij Bijbel-apps die dagelijks één tekst aanbieden.”
Toch kunnen mensen met grote Bijbelkennis ongelovig en mensen met beperkte kennis diepgelovig zijn?
„Dat is een gegeven. De grote vraag is of de Bijbelkennis die je hebt, echt door je heen is gegaan. Volgens Luther worden we een echt theoloog ofwel een echte christen door de “oratio”, de “meditatio” en de “temptatio”: het gebed, de overdenking en de beproeving. Dat vind ik een wijze les, die ik altijd doorgeef aan mijn belijdeniscatechisanten. In de concrete, soms harde werkelijkheid van het leven zal blijken of het Woord werkelijk kracht voor je doet.”
Wat betekent het schoeien van de voeten met bereidheid van het Evangelie des vredes?
„De gangbare uitleg, dat we het Evangelie moeten verbreiden, geeft de bedoeling niet goed weer. Het woord bereidheid is niet zo’n gelukkige vertaling. Het woord dat Paulus gebruikt, duidt op vastheid, toegerust zijn. Sta je werkelijk in het Evangelie van de vrede die er in Christus is, en leef je uit het Evangelie van de vrede, ook in de omgang met je naaste? Dat is een wezenlijk onderdeel van de geestelijke strijd.
Leven in onmin met anderen doet wat met het geloofsleven. Dat zijn we ons onvoldoende bewust. Door onenigheid tussen man en vrouw worden de gebeden verhinderd. Er ontstaat dan niet alleen een breuk tussen twee mensen, maar ook een breuk tussen de mens en God. Dat geldt niet alleen voor het huwelijk. „Zoveel in u is, houdt vrede met alle mensen”, schreef Paulus aan de gemeente van Rome.”
Zijn tekening van de wapenrusting mondt uit in een pleidooi voor gebed.
„Dat heeft ons veel te zeggen. De beschrijving van de geestelijke wapens staat ingeklemd tussen de vermaning sterk te zijn in de Heere en de oproep tot gebed. Dit leert ons dat we in de geestelijke strijd alleen staande zullen blijven in afhankelijkheid van God en verbondenheid met Christus. Met de aangereikte wapens worden we niet aan onszelf overgelaten. Paulus werpt ons terug op Gods genade en Zijn kracht. Zonder het gebed om die kracht en genade zullen de wapens ons geen nut doen.”
Welke betekenis kent u toe aan gezamenlijk gebed?
„Als christen sta je niet alleen. Je vormt een deel van de kerk van Christus, in deze wereld een strijdende kerk. Iedere christen heeft z’n plek in de frontlinie. Het is goed om daar gezamenlijk over te spreken en bij tijden ook gezamenlijk te bidden.
Veel buitenlandse kerken kennen een wekelijkse gebedsbijeenkomst, doordeweeks. Dat is een Bijbelse zaak. Het is vreemd dat we in onze traditie wat huiverig zijn voor gebedsgroepen. Ik weet dat ze kunnen ontsporen, zoals alles kan ontsporen, maar laten we met het badwater het kind niet weggooien. De Bijbel geeft ons alle reden om geregeld samen te komen voor gebed. Dat is een belangrijk onderdeel van het nieuwtestamentische onderwijs. De wereldkerk houdt ons wat dat betreft een spiegel voor. Waarom functioneert dit bij jullie niet?”
N.a.v. “Als christen in de frontlinie. Bijbelstudies over de geestelijke wapenrusting”, door ds. W.J.C. van Blijderveen; uitg. den Hertog, Houten; 94 blz.; prijs € 10,90