Ds. V.S. van der Meer: In de Bijbel is geloof in de eerste p

Ds. V.S. van der Meer: In de Bijbel is geloof in de eerste plaats vertrouwen

dsVdMeer-ceesvdwal_5

Voor reformatorische christenen is bevinding een belangrijk begrip, te meer omdat zij vaak als bevindelijk gereformeerden worden aangeduid. Maar wat is bevinding? De Amerikaanse hoogleraar Archibald Alexander gaf een veelomvattend antwoord. „Zijn boek over bevinding overstijgt tijden, culturen en kerkmuren.”

De wereld van de gereformeerde gezindte was ds. V.S. (Victor) van der Meer (29) van huis uit onbekend. Pas na de krachtdadige omkeer in zijn leven kwam hij in reformatorische kring terecht. Zo leerde hij ook de werken van de puriteinen kennen. Die raakten hem vanaf de eerste kennismaking. „Door hun Bijbelgetrouwheid, de geestelijke wijsheid en de praktische toepassing daarvan.”

De jonge voorganger van de hersteld hervormde gemeente te Poortvliet las recent ”Gedachten over bevinding” van Archibald Alexander (1772-1851), de Nederlandse vertaling van diens ”Thoughts on religous experience.” „Als beginnend predikant wil ik me wat meer verdiepen in de geestelijke kant van het pastoraat. Je kunt uit dit boek behalve voor je eigen geestelijk leven ook veel leren voor het geestelijk leiding geven in de prediking.”

Wat maakt het zo bijzonder?

„In de eerste plaats de veelzijdigheid. Alle elementen van bevinding komen aan de orde, van eerste indrukken in de kinderjaren tot de bevinding van een geoefend christen die sterven gaat. Heel sterk vind ik de heilsordelijke structuur. Alexander begint met indrukken vóór de wedergeboorte. Daarna volgen de beleving van de wedergeboorte, bekering, geestelijke strijd… Tegelijk is het geen systematisch theologisch werk; het zijn inderdaad gedachten over bevinding. Daar moest ik even aan wennen, maar die aanpak ging me steeds meer aanspreken. Het gaat fout als we bevinding systematiseren.

Het derde wat ik wil noemen, is de katholiciteit van dit werk. Het overstijgt tijden, culturen en kerkmuren. Volgens mij zullen kinderen van God over de hele wereld zich herkennen in wat Alexander schrijft over geestelijke ervaring. Opvallend vind ik zijn beschrijving van ware vroomheid in de kinderjaren. Een kind blijft een kind. Ook dat wat hij schrijft over de relatie tussen bevinding, karakter en temperament is bijzonder leerzaam. Ten slotte wil ik wijzen op zijn aandacht voor bevinding in de levensheiliging. De hoofdstukken over geestelijke strijd en groei vind ik ongeëvenaard.”

Alexander ziet geloof als geheiligde kennis. Deelt u Die opvatting?

„Ja, met één kanttekening. In de Bijbel is geloof in de eerste plaats vertrouwen. Voor Alexander sluit geheiligde kennis daar nauw bij aan. De leer is bij hem geen optelsom van dogma’s, maar levende werkelijkheid. Het Bijbelse begrip kennis heeft niet in de eerste plaats te maken met intellect. Het gaat om intieme kennis, omgangskennis.”

Volgens Alexander is vaak moeilijk vast te stellen waar algemene genade ophoudt en bijzondere genade begint.

„Ten diepste is de scheidslijn duidelijk. Die ligt bij de persoonlijke kennis van Christus en Zijn verzoenend bloed. Op welk moment die kennis ontstaat, is voor veel kinderen van God onduidelijk. Volgens Alexander werkt Gods Geest procesmatig en vindt vaak een geleidelijke voorbereiding op de wedergeboorte plaats door de algemene genade. Niet dat hij een geleidelijke wedergeboorte leert, maar de vruchten van de algemene genade en die van de bijzondere genade zijn vaak moeilijk te onderscheiden. Dat vind je terug in de gelijkenis van het zaad. Het gewas dat opgroeit in de doornen en op de steenrots heeft bepaalde overeenkomsten met het gewas dat opgroeit in de goede aarde. Wie zal als het opkomt het onderscheid kunnen maken?

In overeenstemming met de Schrift doet Alexander, net als Wilhelmus á Brakel in diens ”Redelijke Godsdienst”, volledig recht aan de diversiteit in het ontstaan en de voortgang van geestelijk leven. Als we anderen gaan beoordelen op basis van onze eigen bekering, worden we een soort paus.”

Het voorschrijven van een bepaalde bekeringsweg is volgens hem kenmerkend voor geestdrijvers.

„Daar ben ik het mee eens. Er is een heilsorde, maar daarbinnen bestaat een grote variatie in bevindingen en de mate daarvan. Het normatief maken van bepaalde ervaringen komt voort uit het ontkoppelen van Woord en Geest. Dan is niet meer het Woord van God, maar de bevinding de norm. Die is dan ook niet meer te toetsen aan het Woord. Dat is levensgevaarlijk. Oprechte zoekers zonder de vereiste bevinding blijven in twijfel en zij die deze bevinding wel kennen, worden gearriveerd.”

Hoe kijkt u vanuit uw eigen achtergrond tegen deze zaken aan?

„Ik heb deze ballast niet meegekregen, maar ken door mijn verleden andere aanvechtingen. Intellectuele bestrijding; het verleden in de wereld dat de duivel geregeld boven water haalt… Daarin herken ik veel bij een collega die ook randkerkelijk is opgevoed. Het laat zien hoezeer je godsdienstige en culturele achtergrond meespelen in de doorleving van het heil. Ook kerkisme en partijpolitiek ondermijnen volgens Alexander Bijbelse bevinding. Daarmee sluit je je af voor de breedte van de werking van de Heilige Geest, met de gevolgen daarvan voor jezelf.”

Hij legt een sterke relatie tussen prediking en bevinding. Terecht?

„Het is onmiskenbaar dat onze geestelijke beleving wordt gestempeld door de prediking die we horen. Tegelijk geldt dat de Geest breder werkt dan een predikant preekt, waardoor Gods kinderen soms een rijkere bevinding hebben dan je zou verwachten op grond van wat ze meekrijgen. Het kan voor hen dan wel moeilijk zijn om bepaalde bevindingen te duiden, omdat ze er vanaf de kansel nooit over horen.”

Bevindelijke oefeningen ontlenen volgens Alexander hun vorm aan de leer die men aanhangt.

„Ik zou met hem onderscheid willen maken tussen de pit en de huls. Er is een kern waarin Gods kinderen, ongeacht achtergrond of denominatie, elkaar zouden moeten vinden, omdat het de Bijbelse kern is. Ik denk dan aan de erkenning en ervaring van eigen verlorenheid en de persoonlijke kennis van de genade van God in Christus. Zonder die twee zaken ben je geen christen.

De verschijningsvorm en terminologie kunnen per denominatie en cultuur behoorlijk verschillen. Iemand die in pinksterkringen is opgevoed, gebruikt pinkstertermen en heeft aandacht voor de gaven van de Geest die hij in eigen leven herkent. Een oud gereformeerde gelovige zal de nadruk leggen op de doorleving van het recht van God. Als beiden kunnen uitleggen wat ze bedoelen, zou de herkenning wel eens groter kunnen zijn dan ze vooraf dachten.”

Hoe ziet u Alexanders beduchtheid voor het vertellen van het eigen bekeringsverhaal?

„Ik begrijp die zorg. Als we eerlijk zijn gemaakt door de Heere, moeten we toegeven dat het dan algauw om het eigen ik gaat. Of dat we zaken die wenselijk zijn in de kring waarin we verkeren, onszelf toe-eigenen en onze bekering in het vereiste model persen. Bepaalde aspecten gaan we reformatorisch opleuken.

Tegelijkertijd zijn er teksten zoals Psalm 66 vers 16. Met angst om te spreken over het werk dat de Heere aan onze ziel heeft gedaan, kunnen we de Geest evenzeer bedroeven. Heel wijs vind ik Alexanders advies om dit gesprek te laten plaatsvinden in de veiligheid van vriendschappen of in de ontmoeting met zoekers, die er moed uit kunnen scheppen.”

Wat kunnen we leren van zijn visie op bevinding en psychische structuur?

„Hij onderkende de invloed van de psyche op het geestelijk leven. Zonder die benaming te gebruiken, beschrijft hij zelfs hoog-sensitiviteit. Tweehonderd jaar geleden! Hij wijst erop dat temperamentvolle gelovigen geneigd zijn hun geestelijke ervaringen aan te dikken, terwijl mensen met een fletser temperament veel voorzichtiger zijn in hun spreken daarover. Ook lichamelijke factoren kunnen de geestelijke beleving volgens Alexander sterk kleuren. Je vindt dat terug in de Psalmen; denk aan Psalm 38 en 39. Het moet ons behoedzaam en mild maken in het omgaan met mensen, zeker in het pastoraat. Laten we vooral letten op datgene waar hun hart naar uitgaat, ook al durven ze niet te zeggen dat ze bekeerd zijn.”

Alexander waarschuwt voor een emotionele benadering. Terecht?

„Bij de opwekkingen in Amerika werd hij soms geconfronteerd met een geestelijk enthousiasme waarmee hij niet gelukkig was. Vandaar zijn waarschuwing tegen het inspelen op emoties en een bewust opwekken daarvan. Dat is gemakkelijker dan een zuivere bevindelijke preek houden. Ds W.L. Tukker zei het heel treffend: „Ik ben een voorstander van bevindelijk preken, maar een tegenstander van bevindingen preken.”

Bevindelijke prediking komt op vanuit God en Zijn Woord en is aan het Hoofd Christus verbonden. Paulus waarschuwt in zijn brief aan de gemeente van Kolosse tegen het loskoppelen van Hoofd en Lichaam door onder andere mystiek. Daar is ook Alexander beducht voor. Toch schrijft hij niet alle emoties af. Ze moeten wel worden getoetst. In deze benadering is hij een leerling van Jonathan Edwards.”

Indrukken die geleidelijk ontstaan, zijn volgens hem meestal het duurzaamst.

„Daarin heeft hij de Schrift aan zijn zijde. Het zaad in de goede aarde kwam langzaam op, maar het was blijvend en droeg vrucht. De wonderboom van Jona kwam in één dag op, maar was ook snel weer verdwenen. De Heere kán bijzondere, onuitwisbare indrukken geven. Ook daarvan geeft de Bijbel voorbeelden, maar het gaat mis als we daar de grond van ons heil van maken. Dan neemt die bijzondere ervaring de plaats in van de Schrift. Op geestelijke wijze leven is een leven bij het Woord. De zekerheid van het geloof is niet verzekerd zijn van mijn geloven, maar verzekerd zijn van Zijn liefde voor mij.”

De opvatting dat een overtuigde zondaar gewillig gemaakt wordt om voor de eer van God vervloekt te worden, noemt Alexander absurd.

„Zelfs ”zeer absurd”. In Nederland hing Jean de Labadie deze opvatting aan. Koelman ging in de bestrijding ervan nog verder dan Alexander, en sprak van een gruwelijke dwaling. Je moet het eens zijn met God zonder met Hem te zijn verzoend. Hoe kan dat? God vraagt niet aan ons of we bereid zijn verloren te gaan; Hij eist van ons dat we in Zijn Zoon geloven. De doorleving van de schuld kan heel diep gaan, maar alleen de Heere Jezus heeft werkelijk de verschrikking van de hel doorleefd.”

Wat heeft u persoonlijk het meest geraakt in dit boek?

„Vooral het gedeelte over de geestelijke strijd gaf me troost, al herkende ik me in veel van wat Alexander schrijft. Hij stelt zich heel nederig op, door zichzelf te typeren als een oude man die tegen de dood aanhikt en bij het naderen van zijn einde nog wat wil doorgeven van zijn eigen kennis en ervaring. Het is echt een doorleefd boek, heel rijp. Ik ken geen ander werk dat zo breed, compleet, eerlijk en herkenbaar over bevinding schrijft.”

N.a.v. “Gedachten over bevinding”, door Archibald Alexander; uitg. Den Hertog, 300 blz, prijs € 36,50

Dit interview stond in Terdege nr. 16, 26 april 2022.

beeld: Cees van der Wal

Abonneer je op Terdege magazine

Nu slechts 9,95 p/mnd

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Huib de Vries

Volg ons lifestyle platform op instagram.