Ds. P. D. J. Buijs: CGK dreigen uiteen te vallen, daar lijd ik aan

Ds. P. D. J. Buijs: CGK dreigen uiteen te vallen, daar lijd ik aan

Buijs-14-Terdege-A

Eerder gebruikte hij de uitdrukking nooit. Dat veranderde toen hij, zeker ook dit jaar, de spanning in de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) zag toenemen. Nu snapt ds. P. D. J. Buijs steeds beter wat zijn hervormde broeders en zusters bedoelden als ze regelmatig zeiden dat ze ”leden” aan hun kerk. „Tegenwoordig zeg ik hen dat na, met pijn in mijn hart.”

Als iemand nauw verbonden is aan zijn eigen kerkgenootschap, is het ds. P. D. J. (Peter) Buijs (61). „Ik geniet van goede contacten over kerkmuren heen”, zegt hij in zijn Nunspeetse pastorie. „Tegelijk kun je zeggen dat er bij mij sprake is van een aangeboren liefde tot het kerkverband waartoe ik behoor. Mijn grootouders waren lid van de CGK, mijn vader, ds. G. J. Buijs, was er predikant.”

Liggingsverschillen

Doordat vader dominee was, leidde het gezin Buijs „een zwerversbestaan.” De huidige predikant van Nunspeet werd in 1961 geboren in Murmerwoude, een dorpje dat later opging in een nieuwe gemeente, Damwoude. Daar is hij gedoopt en bracht hij de eerste zes jaren van zijn leven door. „Daarna zijn we naar Vlaardingen gegaan, een totaal andere, stedelijke omgeving, waar ik de basisschool bezocht.”

Na Vlaardingen ging het gezin terug naar Friesland, dit keer naar Broeksterwoude. „Die gemeente was toen nog ongedeeld. Later is zij, vanwege liggingsverschillen, opgesplitst in de Andreasgemeente en de Petrusgemeente. Ja, zo lossen we dat in de CGK dan op, hè? Jammer natuurlijk. En verdrietig.”

De tijd in Broeksterwoude valt voor Peter Buijs samen met zijn middelbare schooltijd. „Het was de periode waarin de Heere in mijn hart ging werken en waarin ik, onder de prediking van mijn vader, bewust tot geloof mocht komen. Vrij snel daarna ging ook het ambt voor mij spreken. De Heere leidde mij daar uiteindelijk heen met woorden uit het boek Ezechiël: „Mensenkind, Ik heb u tot een wachter over het huis van Israël gesteld.” Die tekst heeft mij ook later altijd geholpen om de inslag van mijn prediking te bepalen. Daarin gaat het om de verkondiging van het Evangelie, jazeker, maar er behoort ook een waarschuwend element in te zitten. Je mag er als prediker niet zomaar vanuit gaan dat alle kerkmensen die voor je zitten ook echte gelovigen zijn.”

Mooi gesprek

Dat zijn kerkverband verschillende stromingen en liggingen kent, is voor ds. Buijs niet bij voorbaat problematisch. „Ik herinner me dat ik als student de ene zondag in Winschoten preekte en de volgende in Doornspijk. Twee gemeenten met een flink verschillende ligging en taalveld. In beide gemeenten hield ik dezelfde preek. En in beide kerkenraden kwam het, na de preek, tot een mooi gesprek. Prachtig vind ik dat. Dat zoiets kan. Het was voor mezelf ook beslist leerzaam. En het hielp me om de breedte van onze kerken te leren kennen. En te leren waarderen.”

Nog altijd preekt ds. Buijs, als gastpredikant, in gemeenten met een heel verschillend karakter. „Van Amersfoort tot Middelharnis, van Hasselt tot Alphen aan den Rijn. Ik heb er geen moeite mee als de liturgie dan misschien wat verschilt van wat ik gewend ben. Wel heb ik voor mezelf de lijn getrokken dat ik de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) op de kansel niet wil gebruiken. Destijds stemde ik namelijk voor het synodebesluit waarin kerkelijk gebruik van de NBV met klem werd ontraden. Daarin wil ik dus consistent blijven. Maar met de betreffende kerkenraad kom ik er altijd uit, hoor. Dan gebruik ik de Herziene Statenvertaling, of eventueel de vertaling van 1951.”

Bijeenhouden

Als typische verbinder („Ik heb een bloedhekel aan ruzie”) speelde ds. Buijs de achterliggende decennia onmiskenbaar een rol in het bijeenhouden van personen en flanken. Twee maal was hij preses van de generale synode, te weten in 2010 en in 2016. Ook bij de laatstgehouden landelijke vergadering zat hij in het moderamen, nu als assessor. „De preses van de laatste synode, ds. J. G. Schenau, en ik kunnen uitstekend met elkaar overweg. Jawel, net als in Broeksterwoude is ook in Nunspeet de gemeente gesplitst. Een deel van de kerkgangers kon zich al langere tijd niet vinden in de behoudende lijn van de kerkenraad. Dat leidde er 2016 toe dat ook hier, na veel spanning, een tweede gemeente is gevormd: Nunspeet-Ichthus, waarvan sinds 2018 ds. Schenau de predikant is. Die breuk kunnen wij niet meer helen. Wel hebben ds. Schenau en ik, met toestemming van beide kerkenraden, de afspraak gemaakt dat we twee keer per jaar van kansel ruilen.”

Als moderamen van de synode moet je eendrachtig zijn, vindt de predikant. „En het helpt het geheel verder als in het moderamen verschillende kleuren vertegenwoordigd zijn. Kom je dan samen met een voorstel richting de synode, dan is dat vaak al per definitie breed gedragen.”

Echter, wat jarenlang min of meer beheersbaar bleef, te weten dat de CGK een forse bandbreedte aan liggingsverschillen kennen, mondde het achterliggende jaar uit in een heuse crisissituatie. De generale synode, in april en mei in Nunspeet bijeen, sprak voor de tweede maal uit dat er in de CGK geen vrouwelijke ambtsdragers kunnen zijn. Meerdere plaatselijke cgk’s kénden echter al vrouwen als diaken of ouderling. Bovendien gingen meerdere gemeenten, in weerwil van deze duidelijke synode-uitspraak, er juist ná april nog toe over vrouwelijke ambtsdragers te bevestigen. Zij waren het wachten op nieuw en ruimer beleid beu. Ds. Buijs: „Wat deze gemeenten doen, kan natuurlijk niet. Zie het mooie rapport over kerk-zijn, dat op de laatste synode uitvoerig is besproken. Daarin wordt gezegd dat als we op deze wijze met elkaar omgaan, elkaar passeren en synodebesluiten negeren, we dan zondigen tegen de liefde. Dat is nogal wat. Voor mij staat dan ook vast dat deze gemeenten vermaand behoren te worden.”

Spanning

Het al of niet vermanen van gemeenten met vrouwelijke ambtsdragers zorgde op de najaarsvergaderingen van de CGK-classes voor spanning. Het in september opgerichte Christelijk Gereformeerd Beraad drong er sterk op aan dat classes tot vermanen móéten overgaan en onderstreepte dat behoudende gemeenten in gewetensproblemen komen als hun classis dit weigert. Waardoor zij zich op hun positie in het kerkverband moeten gaan beraden. „Griezelig”, noemt ds. Buijs deze ontwikkeling. „Als sommige classes, zoals Amsterdam of Apeldoorn niet vermanen en andere, zoals Rotterdam en Utrecht, dat wel doen, krijg je rechtsongelijkheid.”

Gevraagd hoe hij de totale situatie taxeert, windt de predikant er geen doekjes om. „Een zo diepe crisis als die waarin we nu verkeren, hebben we als CGK nog niet meegemaakt. Het gaat niet alleen over vrouw en ambt, maar ook over de vraag hoe we het gezag van de Schrift zien. Van het antwoord op die vraag hangt mede af wat de koers van onze kerken in de toekomst wordt. Welke afslag nemen we?”

Uitweg

Dat de preses van de laatste synode in zijn slotwoord zei dat de CGK „een kerk in ontbinding” zijn, werd door velen ervaren als huiveringwekkende taal. Ds. Buijs: „Toch vrees ik dat hij gelijk had. Wij dreigen als CGK uiteen te vallen. Dat is de hoogst ernstige werkelijkheid. En als ik theologen die onder ons veel gezag hebben nu hoor zeggen dat we ons als CGK misschien maar bij de Protestantse Kerk in Nederland moet aansluiten, dan verbaas ik me zeer. Ik kan me niet herinneren dat dát in het verleden vaker zo is gezegd.”

Een oplossing voor het immense probleem durft ds. Buijs zomaar niet aan te dragen. „Ik heb geen scenario, echt niet. Wat mij betreft, is er maar één uitweg: samen teruggaan naar de basis; de basis van Schrift, belijdenis en kerkorde. En je daar dan aan houden. Anders is er voor onze kerken geen dageraad.”

Tegen meer vooruitstrevende broeders en zusters zeggen dat zij desnoods maar moeten vertrekken, zal de predikant niet snel doen. „Vanuit Zijn Woord geeft de Heere ons Zijn opdracht om elkaar vast te houden. Daar moeten wij dus ons uiterste best voor doen. We zijn aan elkaar gegeven. In de wandelgangen van de synode sprak ik met allerlei mensen, ook met broeders uit samenwerkingsgemeenten, die dankbaar zijn voor wat zij daarin de achterliggende jaren hebben ontvangen. Dan zie ik die broeders pijn lijden om wat er door de synode besloten is. Terwijl wat er besloten is wél míjn instemming heeft. Dat is het spanningsveld waarin ik verkeer.”

Rommeltje

Terugkeren naar de basis kan alleen als alle betrokkenen zich verootmoedigen, zegt hij. „Want we hebben er met elkaar een rommeltje van gemaakt. Ja, ik sluit mezelf daar bij in. Gingen wij er misschien stiekem een beetje prat op dat wij een kerkverband waren dat ruim een eeuw lang nooit een échte scheuring meemaakte? Zijn we daarin misschien weleens hoogmoedig geweest? Dat zijn vragen die ik mezelf wel stel. En bij alle spanningen en pijn probeer ik dan maar trouw op mijn post te blijven en zaken waarmee ik het niet eens ben via appels aan de orde te stellen. In de kerkelijke weg. En niet zelf allerlei weggetjes te gaan bedenken.”

Kerkelijke strijd is soms onvermijdelijk, erkent ds. Buijs. „Maar het gevaar is altijd zo groot dat je eigen ik ertussen komt te zitten. Als je de kerkgeschiedenis bestudeert, wat hebben mensen elkaar dan veel narigheid aangedaan. Als ik me dat realiseer, is het regelmatig mijn gebed: „Heere, geef dat ík niet in diezelfde valkuil stap. Dat ik niet onnodig harde woorden spreek of mensen beschadig. Bewaar me daar alstublieft voor. En laat mijn motieven zuiver blijven: dat het gaat om Uw eer en het heil van Uw kerk.”

beeld: Anton Dommerholt

Abonneer je op Terdege magazine

Nu slechts 9,95 p/mnd

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Addy de Jong

Volg ons lifestyle platform op instagram.