Chris van Sligtenhorst: Ik wil er ook zijn voor mensen die weinig met de kerk hebben

Chris van Sligtenhorst: Ik wil er ook zijn voor mensen die weinig met de kerk hebben

Chris van Sligtenhorst- PKN-serie late roeping- RenateB (5)_preview

Na de ommekeer in zijn leven kreeg hovenier Chris van Sligtenhorst het verlangen om te arbeiden in Gods wijngaard. Als predikant. Er volgden zeventien jaar van studie, met soms diepe dalen. Nu wacht de taak in de gemeente die hij ontving.

Het bericht dat de hervormde gemeente  van Hollandscheveld hem zou gaan beroepen, gaf Chris van Sligtenhorst (49) diepe dankbaarheid. En vreugde over Gods trouw. Het leek vrijwel onmogelijk dat hij ooit zou dienen als een academisch gevormd predikant. „Ik ben 25 jaar zelfstandig hovenier geweest, van 1999 tot december 2024”, vertelt de hervormde proponent in de woonkamer van zijn rijtjeshuis in Vinkeveen. „De laatste jaren in deeltijd, naast de studie en mijn werkzaamheden als pastoraal werker.”

Het onverwachte sterven van een dochtertje van goede vrienden zette hem in 2003 geestelijk stil. „Ik ben kerkelijk opgegroeid in de gereformeerde gemeente van Mijdrecht, waar mijn vader jarenlang ouderling is geweest, dus van jongs af wist ik dat er wat moet gebeuren in het leven van een mens. Innerlijk deed het me niet veel. Bij het bedje van dat kind werd het anders. De ernst van het leven kwam heel sterk op me af. Wat als ik daar lag; hoe zou het dan zijn geweest? Het is een zoeken naar God geworden en gelukkig heb ik Hem gevonden. Beter gezegd: Hij heeft mij gevonden. Mijn zoeken was een gevolg van Zijn trekken.”

Roeping

Kort na zijn bekering werd hij tot diaken verkozen. In hetzelfde jaar kwam de roeping tot arbeid in Gods wijngaard naar hem toe. „Die stem probeerde ik van me af te schuiven, met het argument dat ik als diaken al in het ambt stond, maar dat hielp niet. Het verlangen om heel mijn leven in Gods dienst te besteden, nam alleen maar toe. Terwijl ik vanuit menselijke overwegingen het liefst mijn beroep bleef uitoefenen. Mijn vrouw keek er net zo tegenaan. Ze was met een hovenier getrouwd en zat niet te wachten op een bestaan als domineesvrouw.”

Hun toenmalige predikant, ds. A. Simons, stelde haar in een gesprek gerust. „Die zei: „Alle jongens en mannen die tot verandering komen, denken dat ze dominee moeten worden. Het gaat waarschijnlijk wel over.” Daar hield Corina zich lang aan vast, maar bij mij ging het niet over. Geleidelijk werd het verlangen zo sterk dat er iets moest gebeuren. Ik werd dol van het prakkezeren: wel, niet, wel, niet…?”

Op een zondagavond in het voorjaar van 2005 ging hij naar de kerk met het gebed in die dienst duidelijkheid te mogen krijgen. „Ds. Simons preekte die avond uit 2 Korinthe 5. „Wij dan, wetende de schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof. (…) Want de liefde van Christus dringt ons.” Dat sloeg enorm naar binnen. Vanaf dat moment wist ik het zeker. Ik heb het in de jaren erna soms heel moeilijk gehad, maar aan mijn roeping heb ik nooit meer getwijfeld.”

Christelijke Hogeschool

Zijn enige diploma was dat van het lager beroepsonderwijs. Door avondstudie wist hij een havodiploma te bemachtigen. Dat opende de weg voor de hbo-studie theologie in deeltijd aan de Christelijke Hogeschool Ede. Elke vrijdag een lange dag college, zaterdag en op doordeweekse avonden studeren.

„Toen het zover was, sloeg bij mij de aarzeling toe. Ik zag enorm op tegen de lange weg die ik nog had te gaan. Het was Corina die de knoop doorhakte en me heeft ingeschreven bij de CHE. Ik heb iets afwachtends in mijn karakter, zij is veel resoluter. Daarin vult ze me heel goed aan. Ze had intussen vrede met de situatie. In 2009 ben ik in Ede begonnen.”

Binnen de kring van familie, vrienden en gemeenteleden werd zijn besluit wisselend beoordeeld, van positief tot sceptisch. „Mijn ouders reageerden eerst wat gereserveerd. Dominee worden in de Protestantse Kerk… Intussen hebben ze het volledig geaccepteerd. Onze kinderen hebben vooral moeten wennen aan de geestelijke verandering in mijn leven. Die maakt je echt tot een ander mens. Tot die tijd ging ik helemaal voor mijn hoveniersbedrijf. Datzelfde bedrijf werd een blok aan m’n been door mijn veranderde verlangens. Die gaven ook andere gesprekken aan tafel.”

Hobbels

De studie had forse financiële consequenties, vanwege de verminderde inkomsten en hoge studiekosten. „We hebben het als gezin soms echt lastig gehad, maar wisten ons omringd door mensen die ons zo nodig bijstonden. Zonder dat we erom vroegen. Als het collegegeld voor het komende jaar moest worden betaald, werd het bedrag meer dan eens door iemand overgemaakt. Wanneer de Heere roept, zorgt Hij ook voor de praktische dingen.”

Een nog veel grotere hobbel was zijn lage vooropleiding. „Hoe kom je met een lbo-diploma op de universiteit? En die universiteit door? Zonder Gods roeping zou ik hebben afgehaakt. Hij gaf me de kracht en de moed om vol te houden. Als ik achteromkijk, moet ik wel constateren dat ik Corina en de kinderen te weinig aandacht kon geven. Al mijn vrije tijd ging naar de studie. Ze hebben me overigens nooit verwijten gemaakt.”

Aan de CHE kwam hij in een gemengd gezelschap van reformatorische en evangelische christenen terecht. „Vanuit mijn achtergrond had ik een bepaald beeld bij de evangelische wereld. Dat is sterk bijgesteld, ondanks de leerverschillen. Vaak werd ik getroffen door de bevlogenheid. Ik heb nog steeds goede contacten met een aantal evangelische medestudenten van toen, die nu voorganger, jongerenwerker of evangelist zijn. Dergelijke contacten helpen je bovendien bij het doordenken van je eigen kerkelijke opvoeding, praktijk en theologie. Dat is heel leerzaam. Het was een goede, gezegende tijd.”

Zwaar

Met het hbo-diploma theologie op zak volgde hij aan Hogeschool Windesheim de zogeheten PKN-module. „Daarmee kun je worden ingeschreven in het register van kerkelijk werkers in de Protestantse Kerk.” Met al deze papieren stond bovendien de poort tot de academische opleiding aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam voor hem open.

Inmiddels had hij zo veel kennis opgedaan, dat de studie daar wel liep. Geestelijk had hij het er erg zwaar, vanwege het theologische klimaat. „Dat is totaal anders dan aan de CHE. Daar heb ik enorm veel geleerd en er was eerbied voor de Schrift. Die miste ik op de PThU. De Bijbel wordt er puur wetenschappelijk en vanuit de moderne hermeneutiek benaderd. Het menselijk denken heerst over het Woord van God. Dat bracht mijn geloofsovertuiging niet aan het wankelen, maar het maakte de studie tot een opgave. Er was weinig sprake van geestelijke toerusting voor het predikantschap. In deze periode ben ik vier jaar ouderling geweest, dus die last kwam er ook nog bij.”

Er waren momenten dat hij serieus overwoog te stoppen en zijn werk als hovenier weer fulltime op te pakken. „Maar ja, vertel dat eens aan je gezin. Ik wist me nog altijd geroepen. Dan weet je welke vragen je kunt verwachten. Wat is die roeping door God dan waard? Is Hij je God wel? Dat weerhield me. Daaronder lag de diepe overtuiging dat God me er ondanks alles doorheen zou helpen.”

Niet weglopen

Meer dan eens keek hij met een zekere jaloezie naar de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten en de studenten die daar worden opgeleid. „Soms zei mijn vader: „Als je je bij ons had aangemeld en was aangenomen, had je na vier jaar al een gemeente gehad. Waarom zo’n lange weg”. Die gedachte kwam ook bij Corina en mij geregeld op, maar door mijn huwelijk ben ik in de Hervormde Kerk gekomen en daar heeft God me geroepen. In de Protestantse Kerk voel ik me eenzaam en ook de ontwikkelingen in hervormd gereformeerde kring geven me zorgen, maar weglopen is niet de oplossing. Al heb ik dat wel overwogen.”

In 2023 zocht hij contact met het Hersteld Hervormd Seminarium. „Daar werd ik met open armen ontvangen. Met die mensen voelde ik me inhoudelijk veel meer verbonden. Ik had me al bijna ingeschreven, om daar het laatste stuk van mijn master te doen, toen ik ds. Van der Ziel uit Waarder sprak. Die vroeg me of het wel echt de weg van de Heere was.  Dat wist ik niet goed. Eigenlijk wist ik het innerlijk wél. Het was mijn eigen verlangen, niet de weg van God.”

Pastoraal werker

Met het lood in de schoenen ging hij terug naar de PThU. „Daar is op wonderlijke wijze een deur geopend. Naast hovenier en student was ik inmiddels vele jaren pastoraal werker. Eerst in Vinkeveen, onze eigen gemeente. Daarna in Nieuwer Ter Aa. Daar deed ik alles wat een predikant doet, met uitzondering van het bedienen van de sacramenten. Nu ben ik pastoraal werker in Ederveen. Vanwege al de opgedane ervaring kreeg ik in het voorjaar van 2024 te horen dat het laatste traject van de studie me bijna cadeau zou worden gedaan. Eind september had ik mijn colloquium, begin oktober was ik beroepbaar.”

In de pastorale arbeid in Vinkeveen, Nieuwer Ter Aa en Ederveen plukte hij de vruchten van de levenservaring die hij opdeed als hovenier. „Contacten leggen en omgaan met mensen van allerlei soort was me niet vreemd. Dat ligt anders bij iemand die meteen na de middelbare school gaat studeren.”

Zijn eerste preek hield hij in het buitenland. „Ik ken Martien van der Zwan van VakanZ goed. Daardoor preek ik al jaren in diensten die hij organiseert voor zijn vakantieparken. De eerste keer was in Cochem, voor een publiek uit de breedte van de gereformeerde gezindte. Ik was toen nog bezig met de hbo-studie aan de CHE. In Nieuwer Ter Aa heb ik echt ervaring opgedaan in het preken. Ze hebben me daar goed begeleid en boden me veel ruimte.”

Speerpunten

Nu wacht de gang naar Hollandscheveld. Daar hoopt hij met Gods hulp te gaan doen wat naar zijn overtuiging de roeping is van een predikant. „Dicht bij het Woord blijven, twee wegen verkondigen en de rijkdom en liefde van Christus uitstallen. Die drie speerpunten heb ik meegekregen van ds. Simons en zijn ook voor mij persoonlijk de kern van het predikantschap geworden.”

Hij ziet ook uit naar het dienen in een dorpsgemeenschap. „Ik ben een mensenmens, net als Corina. De deur staat hier in principe altijd open. Ieder is welkom en mag mee eten. Dat zal in de pastorie niet anders zijn. Een goede preek vraagt om studie, dus daar moet je de tijd voor nemen, maar je doet het uiteindelijk voor hen die aan je zorg zijn toevertrouwd. Ik wil er ook zijn voor mensen die weinig met de kerk hebben. De ervaring heeft me geleerd dat een vriendelijk gesprek dat kan veranderen.”

Voor lotgenoten die aan het begin van een lang traject staan, heeft hij als belangrijkste advies: ga biddend je weg. „Als ik boven aan de studie ging, al was het maar voor een halfuur, vouwde ik eerst mijn handen en boog mijn knieën. Voor gebed om hulp, wijsheid en kracht. Dat is niet beschaamd. Elke keer weer gaf de Heere me wat ik nodig had om alles te kunnen behappen en verwerken.”

Dit interview verscheen in Terdege (nr. 11, 25 februari 2025). Een los nummer is te bestellen in onze shop.

beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen

Abonneer je op Terdege magazine

Nu slechts 9,95 p/mnd

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Huib de Vries

Volg ons lifestyle platform op instagram.