September: dé appelplukmaand. Tijd voor een heerlijke taart. Dit keer ‘leenden’ we van onze zuiderburen een variant op de klassieke appeltaart.
Leuk dat je met zo’n klassieke taart eindeloos kunt variëren. En wat ook leuk is aan appeltaart: je huis gaat er zo heerlijk van ruiken! De Bretonse appeltaart is een Franse soort. Wat hem anders maakt dan de klassieke appeltaart is niet alleen dat er geen kaneel doorheen gaat, maar ook het feit dat er amandelspijs op de bodem zit én natuurlijk de pudding die je erdoorheen doet. Dankzij het amandelspijs wordt de bodem helemaal niet nat en blijft hij dus lekker krokant. Officieel hoort deze appeltaart open te zijn, maar ik vind het raster van de klassieke taart altijd wel mooi staan...
Ingrediënten
Voor het deeg:
- 300 g bloem
- 100 g suiker
- 1/2 tl zout
- 200 g koude boter in blokjes
- 1 ei.
Voor de vulling:
- 4 groene appels
- 65 g custardpoeder
- 65 g suiker
- 1 l melk
- 150 g amandelspijs
Bereiding
- Meng het bloem met de suiker en het zout.
- Kneed dan de koude boter en 2/3e van het ei erdoorheen tot er een mooi deeg ontstaat.
- Leg het deeg 30 minuten in de koelkast.
- Doe de melk in een pan en warm de melk op tot hij kookt.
- Meng ondertussen de custard poeder en suiker met elkaar en giet daar een heel klein beetje melk bij zodat je een papje hebt.
- Giet het papje zodra de melk kookt bij de melk en roer het goed.
- Laat de custard 3 minuten doorkoken en roer dan goed.
- Verwarm de oven voor op 160 graden.
- Schil de appels en snijd ze in heel kleine blokjes.
- Kneed het deeg even door met de hand en rol het dan uit op ongeveer 5 mm.
- Bekleed de ingevette bakvorm met deeg.
- Bedek de bodem van de taart met een laagje amandelspijs.
- Meng de appels door de custard heen en giet dit mengsel in de vorm.
- Rol het laatste beetje deeg uit en maak daarmee een raster over de taart.
- Strijk het deeg af met het restje ei en bak de taart 60-70 minuten tot hij goudbruin is.
Beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen