„Nergens heb ik meer rust gevonden dan in bossen en boeken”, schijnt Thomas a Kempis eens opgemerkt te hebben, aldus een catalogus van nieuwe boeken.
Overigens las ik dat een boekenwurm diezelfde woorden aan Bernardus van Clairvaux ontleende. Het lust me niet om de authentieke woordvoerder van deze illustere wijsheid op te sporen. Duidelijk is dat beide geestelijken graag de stilte opzochten, voorzien van een boek. Of zoals Thomas a Kempis ook opmerkte: „Overal heb ik rust gezocht, en ik heb ze slechts gevonden in een hoekje met een boekje.”
Dat zijn geen boeken zonder meer geweest. Van vele boeken te maken is immers geen einde en veel lezen is vermoeiing des vleses, wist Salomo. Uiteraard bedoelde deze grootste wijze van alle mensen onder de zon daar niet de boeken van Mozes mee. Daarvan geldt het woord van de Opperste Wijsheid: „Uw woord is de waarheid”. Hij doelde op boeken van ijdele filosofie en onzinnige verstrooiing. Daarmee gaat het straks als met de boeken die in Garderen als prachtige zandsculpturen ten toon worden gesteld, totdat een bulldozer ze tot een zandhoop maakt. Alleen Gods Woord houdt stand in eeuwigheid, zong Luther.
Nu zijn er ook mensen die rust zoeken in het bos zonder meer. Bosbezoek zonder het bestuderen van het Boek der boeken heeft echter geen baat. We lopen zomaar het risico met het geboomte te gaan spreken, zoals prinses Irene deed. En aanbaden de heidenen hun goden niet onder de groene bomen, zoals in ons land onder de eiken Wodan vereerd werd? Of we houden een ‘Groene kathedraal’ over, zoals in Almere. Daar staan 178 populieren, geplant volgens de plattegrond van de kathedraal van Reims. Zonder dak, glas-in-lood-ramen of muren. Vooral zonder het Boek der boeken.
De combi van bos en boek is echter buitengewoon belangrijk. Guido de Bres sprak al van het kennen van God uit twee boeken. In het boek der natuur kunnen we Gods majesteit zien, onverschillig of het een boomgaard, een beukenbos of een oerwoud is. Wat de bomen en het gevogelte dat er nestelt, niet vertellen, is het geheim van de vergeving der zonde door het bloed van het Lam. Daar hebben we het boek der Schriftuur voor nodig. Dan maken we kennis met de boom van kennis goed en kwaad. Het eten daarvan werd bezoldigd met de dood. Maar niet minder worden we gewezen op de Boom des levens, Christus. Wanneer dat beleefd mag worden juichen als het ware de bomen van het woud, naar Psalm 96:12.
Er zijn ook mensen die door het bos gedeprimeerd raken. Ze zien dan figuurlijk door de bomen het bos niet meer. Hen mogen we in het bijzonder de bestudering van het Boek der boeken wel onder ogen brengen. Isaac da Costa zong daarvan:
Bij 't openslaan van 't Boek der boeken / gedenk, o christen, dag aan dag, / dat, wie dat Woord wil onderzoeken, / geen eigen licht vertrouwen mag. / Geen mensenwijsheid zou hier baten, / geen vlijtig' arbeid hier volstaan; / all’ eigen wijsheid dient verlaten; / een ander oog moet opengaan. / Voordat g’ u dan begeeft tot lezen, / val, christen, val uw God te voet! / En dat een heilig, heilzaam vrezen / zich meester maak' van uw gemoed. / Vraag, eer gij verdergaat, een zegen; / vraag ogen, oren en een hart. / En Jezus Zelve koom’ u tegen / in dit Zijn Woord bij vreugd en smart.
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen
Abonneer je op Terdege magazine
Nu slechts 9,95 p/mnd