Langs een lijn loopt Erik Snijder (34) snel en soepel naar boven. Alsof hij op straat wandelt, maar dan in verticale richting. Topsport tussen de takken van de boom. „Je moet dit werk wel leuk vinden, anders is het een marteling.”
De inwoner van Nieuw-Lekkerland draagt een helm, klimgordel en zaagbroek. Aan zijn speciaal schoeisel heeft hij lijnklemmen, aan zijn klimgordel neemt hij een accukettingzaag en andere hulpmiddelen mee naar boven. Hij snoeit dode takken uit een 20 meter hoge els op volkstuinencomplex De Zandweg in Rotterdam. Naar beneden gaat het nog sneller dan naar boven. In luttele seconden worden afstanden van tientallen meters afgelegd. Het is 24 graden en het eerste zweet tekent zich af op zijn voorhoofd. Tijdens het werk zuigt de boomverzorger regelmatig een slok water op, via een slangetje dat is verbonden met zijn waterrugzak. „Het is vóór alles belangrijk om scherp te blijven.”
Snijder begint op 16-jarige leeftijd met ondernemen als hovenier. Nauwelijks een jaar later, in 2007, ziet hij een boomverzorger met klimtechnieken aan het snoeien. „Toen wist ik zeker wat ik wilde. Ik heb altijd een passie voor bomen gehad. Als kind al. Je zou dit een jongensdroom kunnen noemen. Bomen zijn fascinerend en verdienen respect.” Onder de naam Snijder Boomverzorging klimt hij nu al jaren bijna iedere dag.
Klimspecialisme in combinatie met boomverzorging. Hoe leer je dat?
„Ik heb me ingeschreven voor de opleiding European Tree Worker, in Apeldoorn. Een tweejarige opleiding die ik in de vorm van werken-leren heb gevolgd. Je krijgt er kennis van allerlei technieken en veilig klimmen en je leert veel over bomen. Van inheemse soorten, ziektes en manieren om te snoeien tot het wortelgestel. Maar de ervaring komt natuurlijk uit de praktijk.”
Werken boomverzorgers niet meestal met hoogwerkers en kranen?
„Arbotechnisch is dat een voor de hand liggende oplossing. Maar een heleboel parken en ook tuinen van particulieren zijn voor machines moeilijk bereikbaar. Of de machines richten er veel schade aan. Op de mooiste plekken kunnen de machines niet komen, zeg ik altijd. Ik maak maar zelden gebruik van een hoogwerker.”
Wat is er zo leuk aan het klimmen?
„Dat je zelf de technieken en de route kunt bepalen. Ik klim op verschillende manieren door de boom heen en snoei tegelijkertijd takken. Er bestaan daarvoor diverse systemen. In alle gevallen gebruik je klimmaterialen. Dat begint met het werpen van een dun lijntje met een gewicht over een stevige tak op hoogte. Dit kan ook schietend met een katapult. Aan het lijntje wordt de klimlijn in de boom getrokken. Aan deze lijn kun je op verschillende manieren aan het werk in de boom. Vroeger werden ladders gebruikt en werden de touwen tak voor tak steeds hoger gegooid. Dat kostte veel energie. In dit vak is het belangrijk om krachten te sparen.”
Waaraan moet een klimspecialist voldoen?
„je moet natuurlijk geen hoogtevrees hebben en beschikken over kennis van bomen en kennis over de verschillende klimmaterialen. Die zijn gekeurd, en bij gebruik van de zaag ben je dubbel gezekerd. Daarom is de keuze voor de juiste verankering heel belangrijk. Bij het klimmen houd ik rekening met wat er beneden gebeurt. Met eigendommen van anderen, met eventuele fietsers of wandelaars. Dat doe ik in combinatie met een zogenaamde grondman. Dat is een collega die waakt over de veiligheid van de omgeving, die takken afhangt met lijnen die niet vrij kunnen vallen en die takken versnippert. De grondman kan ook zelf klimmen. Als er iets gebeurt en je bent gewond, je krijgt een flauwte of wat dan ook, dan kun je elkaar uit de boom te redden. Daarvoor zijn we getraind. Op die soms lastig bereikbare plekken kan dat van levensbelang zijn. Het reddingsteam van de brandweer is vaak ver weg. De juiste mentale houding, daar gaat het om.”
Hoe bedoel je dat?
„Je werkt in het besef dat fouten dodelijke gevolgenkunnen hebben. Vooral routine is gevaarlijk. Daarnaast zijn stressbestendigheid en voldoende rust van belang. Als ik zwaar vermoeid ben, is het verstandig het klimmen aan anderen over te laten. Gedachten over bijvoorbeeld zorgen thuis moet ik onder aan de boom achterlaten. Door weersomstandigheden laat ik me niet beïnvloeden. Alleen bij onweer en hevige storm blijf ik op de grond, en bij regen of gladheid probeer ik de planning aan te passen. Dan kun je beter slopen: een boom verwijderen. Daarbij gebruik ik klimsporen, scherpe punten aan beugels aan mijn schoenen, die ik in de bast van de boom duw.”
Wie zijn je klanten?
„Aannemers, instellingen, hoveniers en veel particulieren. De meesten wonen in Zuid-Holland, maar ik kom ook met enige regelmaat in Amsterdam en omgeving of in het noordelijk deel van Zeeland. En op de Veluwe.
Snoeien vormt een groot deel van ons werk, maar ook zijn we regelmatig bezig het aanplanten van bomen, het controleren op veiligheid of het verbeteren van de groeiplaats. Soms weet ik pas aan het eind van de middag waar ik de volgende dag wordt verwacht. Er zitten regelmatig echt bijzondere adresjes bij.”
Zoals?
„Enkele jaren geleden,toen Paleis Huis ten Bosch werd klaargemaakt voor koning Willem-Alexander en koningin Máxima,heb ik in hun tuin bomen mogen snoeien via een aannemer.ikzie tuinen van bekende Nederlanders en werk op exclusieve landgoederen. Maar mij maakt het niet uit, want de achtertuin van een bouwvakker is me even lief. De grootste uitdaging is soms een evenwichtte vinden tussen respect voor een boom en emoties van mensen die menen dateen boom hen hindert. Dit speelt bijvoorbeeld bij mensen met zonnepanelen. Die panelen zijn vijanden van bomen en steeds vaker leidt plaatsing ervan tot heftige discussies tussen buren.”
Wat was de hoogste boom tot nu toe?
„Een plataan in de Bommelerwaard. Die is 47 meter hoog. Echt geen kleintje, de hoogste boom in Nederland is namelijk50,5 meter.ikklim in de meeste gevallen tot de kruin, dat wasindat geval wel meer dan veertig meter de lucht in.” Grijnzend: „in zulke situaties is het belangrijk om ook even van het uitzichtte genieten.”
Wat vind je het meest bijzonder aan dit werk?
„Dat is het begeleiden van bomen die in de zogenaamde veteranenfase zijn beland: ze zijn volgroeid en in de fase van aftakelen terechtgekomen. Gisteren had ik er nog zo eentje, een rode beuk. Die heb ik deels met jute bekleed tegen de zon, op de juiste wijze gesnoeid, verankeringen aangebracht en de bodem verbeterd met goede voeding. Als de klant de waarde ervan inziet, probeer je zo’n boom zo lang mogelijk te begeleiden. Het mooiste werk is het echt verzorgen van de boom in hun oudste fase. Als de klant de mogelijkheid biedt, ga ik tot het uiterste.”
beeld: Cees van der Wal