Als ik probeer te bidden, komt steeds de gedachte in mij op: stop er maar mee, de Heere heeft alles al vastgelegd, het gaat zoals Hij wil. Helpt bidden?
Herkenbare vraag! Zulke overwegingen wellen ook zomaar op in mijn hart. De Heere bepaalt de loop van alles wat er gebeurt. In het groot, in de wereld om mij heen. In het klein, in m’n persoonlijke leven. Alles gaat naar Zijn wil, precies zoals Hij in eeuwigheid heeft besloten. Heeft het dan nog zin om te bidden om hulp als je het moeilijk hebt? Om de Heere te vragen of Hij je wil helpen met een tentamen? Of Hij mensen die ziek zijn, beter wil maken? Of Hij vrede wil geven in een wereld vol oorlog en geweld?
Een paar opmerkingen.
- Het is zonder meer waar dat de Heere regeert. Dagelijks laat Hij de zon opkomen en ondergaan. Ook leidt Hij koningen en presidenten bij het maken van hun plannen. De volkeren zijn in Zijn hand. Hij ziet zelfs toe op elke celdeling in je lichaam. Hij draagt er zorg voor. Zo is de Heere betrokken op Zijn eigen schepping (Neh. 9:6; Kol. 1:17; Hebr. 1:3). Troostrijke wetenschap!
- Het is belangrijk dat je goed zicht hebt op wat bidden is. De Heere geeft het gebed als een geschenk. Wij mogen ons, schuilend achter Zijn Zoon, Christus Jezus, uitspreken voor Zijn aangezicht. Onze harten voor Hem openen. Hem laten zien wat erin leeft: onze gedachten, onze wensen, onze verlangens, onze zorgen, moeiten en verdriet. De Heere nodigt ons er Zelf toe uit (Ps. 10:14; Ps. 50:15; Ps. 62:9). Bidden is niet zozeer dat je probeert God te bewegen om dat te doen wat jij denkt dat goed is. God ís bewogen; God doet wat goed is. Bidden is vooral ook dat je je in alles afhankelijk toont van de Heere. Dat je belijdt dat de Heere God is, en niet jij. Dat je voor Hem op je knieën gaat en je hart voor Hem uitstort. Dat je een beroep op Zijn genade doet. Zo erken je dat Hij Schepper is, en jij een schepseltje uit Zijn hand. Dat is juist wat de Heere zo graag ziet. „De Heere heeft een welgevallen aan hen die Hem vrezen, die op Zijn goedertierenheid hopen” (Ps. 147:11).
- God voert Zijn plannen met mensen uit, juist ook in de weg van het gebed. Zeker, de Heere kan ons al wat we nodig hebben, geven zonder dat we Hem erom vragen. Toch wil Hij zo niet met mensen omgaan. Hij wil er juist door ons om gevraagd zijn. „Doe uw mond wijd open”, zegt Hij, „Ik zal hem vervullen” (Ps. 81:11). De Heere wil het gebed ook in je hart bewerken. Hij wil je de Geest van genade en gebeden geven (Zach. 12:10). Soms kom je niet verder dan een zucht. Maar Hij kent je verlangen, je begeren. En dat mag je moed geven. Want omdat de Heere in de weg van het gebed werkt, kan het werkelijk zo zijn dat de verhoring al onderweg is. „Hij geeft de wens van allen die Hem vrezen, hun bede heeft Hij nimmer afgewezen” (Ps. 145:6).
- Wij mogen voor de Heere onze gedachten en gevoelens, verlangens en wensen uitspreken. Tegelijk is het goed ervan doordrongen te zijn dat ons gezichtsveld zeer beperkt is. Wie zijn wij? Wat weten wij? Daarom is het op z’n plaats altijd eerbiedig te erkennen: „Heere, Uw wil geschiede, die van U alleen.” Hoe waar is het wat een vriend van me ooit zei: „Het gaat altijd goed, al voelt het niet altijd goed.”
Beeld: Anton Dommerholt