„Je knijpt altijd in mijn hand als we een hond tegenkomen”, zei mijn man een keer. Inderdaad, ik was een van de vele mensen die niets van die griezels op vier poten moest hebben. Hondenangst kan je flink in de weg zitten, of je nu jong of oud bent. Maar: je kunt er ook van afkomen.
Ik kan me niet anders herinneren of ik stak de straat over als ik een hond zag aankomen. Bij vriendinnetjes met een hond ging ik absoluut niet naar binnen. Een strand- of boswandeling was leuk, maar helemaal ontspannen werd het nooit, met al die loslopende honden.
De meeste mensen die bang voor honden zijn, worden –net als ik vroeger– onrustig of ze schrikken bij het zien van een hond, legt het LICG uit, een kenniscentrum over het houden van huisdieren. Het liefst proberen ze honden helemaal te vermijden. Maar dat is knap lastig in een land waar rond de twee miljoen viervoeters rondlopen. Bij sommige mensen gaat de angst verder dan schrik of onrust. Bij hen roept een hond pure paniek op: tot hartkloppingen, hevig zweten en duizeligheid aan toe. Daar is zelfs een naam voor: kynofobie. Het akelige is dat hondenangst daarmee vaak ook een sociaal probleem wordt.
”Hij doet niks, hoor!”
Marleen van Baal is coach voor mensen met hondenangst en legt in een artikel uit hoe dat zit: „Zij gaan niet meer op bezoek bij vrienden en familieleden met honden, ze lopen niet vrij in hun buurt rond, en relaxt recreëren beperkt zich tot hun balkon of achtertuin.”
Waarom zijn mensen eigenlijk bang voor honden? Ik was bang dat een hond me zou bijten. Andere mensen vinden vooral snuffelende, blaffende of springende honden vervelend. Ze begrijpen het gedrag van de hond niet en hebben gevoelsmatig geen enkele controle over de situatie. Voor de meeste zijn de geruststellende woorden van een baasje –„hij doet niks, hoor”– dan ook helemaal niet geruststellend. Kijk zelf dan, die hond doet van alles wat ik eng vind! Hij rent op me af, hij snuffelt aan me, en dan dat geblaf… Wie zegt dat hij straks ook niet ineens gaat bijten?
Waar komt die angst toch vandaan? Soms is die begonnen na een nare ervaring, bijvoorbeeld omdat iemand gebeten is door een hond of er een keer erg van geschrokken is. Vaker wordt angst onbewust overgedragen van ouders op hun kinderen. Psycholoog Nienke Endenburg legt in een filmpje over hondenangst uit: „Als je moeder verkrampt als ze langs een hond loopt, neem je dat als kind over. Dat is iets wat non-verbaal gaat. Kinderen pakken dan over: daar moet je toch voor uitkijken.”
beeld: Marthe Roukens
Lees het hele artikel in Terdege (nr. 3, 25 oktober 2022).