Arib: Laat je door afwijzing niet klein krijgen - Terdege

Arib: Laat je door afwijzing niet klein krijgen

Khadija Arib_ beneden in Handelingenkamer_ copyright iris pl

„Ik open de vergadering.” Honderden keren heeft Khadija Arib (60), voorzitter van de Tweede Kamer, dit zinnetje al uitgesproken. Om daarna ogenschijnlijk onvermoeibaar twee, vier of soms wel veertien of zestien uur lang het debat te leiden. Wie is zij en wat drijft haar?

Het zijn drukke weken voor Kamervoorzitter Arib. Het mag dan vanaf 12 februari voorjaars- en verkiezingsreces zijn, elke dag vechten vrachten afspraken in haar agenda om voorrang. En dan zijn er nog de onverwachtse debatten, bijvoorbeeld over de avondklok, waarvoor de Tweede Kamer toch –al is het reces– in Den Haag samenkomt.

Tot in de puntjes verzorgd –chique jurk, zwarte blazer, bijkleurende ketting– neemt Arib op donderdagmorgen 18 februari plaats op de stoel van de voorzitter. Er ontspint zich een heftige discussie. Het ene Kamerlid na het andere draagt zijn of haar standpunten aan. Dan is het de beurt van Kamerlid Kuzu. Arib: „Ik was even iets minder scherp. Ineens dacht ik: Heb ik dat goed gehoord? Zei hij nu echt dat Rutte een dictator is? Ik vroeg het na aan de griffier en die bevestigde dat ik het goed had gehoord.”

Maar het moment is voorbij, want Kuzu is alweer verder in zijn betoog. Even later gebruikt hij echter opnieuw dezelfde terminologie. „Toen dacht ik: nu grijp ik in.”

De woorden waardigheid en stijl lijken Arib op het lijf geschreven. Evenals een vleugje humor en grote betrokkenheid. Ligt er een wetsvoorstel om de Nederlandse Gebarentaal als officiële taal te erkennen? Arib opent het debat in gebarentaal. Zijn er bussen vol verontruste Groningers naar Den Haag gekomen om een debat over gaswinning bij te wonen? De Kamervoorzitter reist naar Groningen af om daar met jong en oud te spreken en de problemen met eigen ogen te bezien. En natuurlijk zijn er vergaderingen die haar persoonlijk raken, zoals het debat over de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst, vertelt ze in het online-interview dat we met haar hebben. „Ik vind dat ik niet alleen moet opkomen voor mensen die goed georganiseerd zijn, maar juist ook voor groepen die ons niet weten te vinden.”

Van welk facet van uw rol als kamervoorzitter geniet u het meest?

„Het is bijzonder om de Kamer naar buiten toe te mogen vertegenwoordigen. Ik ervaar het als een grote eer dat ik mocht spreken tijdens de Holocaustherdenking bij het monument ”Nooit meer Auschwitz”. Maar het voorzitten van debatten is mijn belangrijkste taak. En dat vind ik prachtig werk. Verschillende partijen, van klein tot groot, allemaal mogen ze hun standpunten in dit parlement naar voren brengen. De Kamerleden gaan met elkaar in debat, controleren de regering en komen tot besluiten. En ik mag daar een belangrijke rol in spelen. Vaak zijn het heel mooie debatten. En sommige zijn onvergetelijk.”

Aan welke debatten denkt u dan?

„Medisch-ethische debatten vind ik altijd erg interessant. Het zijn ook de thema’s waar de hijgerigheid van alledag even aan de kant gaat en waar we als Tweede Kamer de diepte ingaan. Dan voeren we een debat over kwesties die gaan over leven of dood. Wat betekent dit voor een individu, voor de omgeving? Welke samenleving willen we? Ook al zijn we het dan niet met elkaar eens, het dwingt elk Kamerlid om over ons bestaan na te denken. En dat vind ik gewoon mooi. De afgelopen periode waren er niet veel van deze debatten. Maar toen het rapport van Schnabel over voltooid leven werd gepresenteerd, hebben we daar een dag lang over vergaderd. Dat vond ik een van de mooiste debatten ooit.

Er zijn ook debatten waarbij veel publieke belangstelling is, bijvoorbeeld die over de gaswinning in Groningen. Dan komen betrokkenen met bussen vol naar Den Haag.”

Lees het volledige interview met Khadija Arib in Terdege (17 maart 2021).

Khadija Arib

  • werd op 10 oktober 1960 geboren in Hedami (Marokko);
  • verhuisde op 15-jarige leeftijd naar Nederland, omdat haar vader daar al langere tijd werkzaam was;
  • studeerde sociologie aan de Universiteit van Amsterdam;
  • werd in 1989 enkele dagen vastgehouden door de politie in Marokko, omdat ze zich in Nederland publiekelijk inzette voor de rechten van Marokkaanse vrouwen;
  • werd in 1998 gekozen tot Kamerlid voor de PvdA;
  • werd in 2016 gekozen tot voorzitter van de Tweede Kamer;
  • is gescheiden, moeder van dochter Sabra (37) en tweelingzonen Ghassan en Wadie (36) en oma van vier kleinkinderen (onder wie een tweeling);
  • publiceerde in 2009 ”Couscous op zondag” waarin ze haar familiegeschiedenis beschreef.

beeld: Iris Planting

Lees verder

Lees het hele artikel in Terdege. Nog geen abonnee?

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Sophia Stoffer-Vogelaar & Gisette van Dalen-Heemskerk

Volg ons lifestyle platform op instagram.