„Iedere Jood die ik tegenkom, wil ik een puntig mes los door de keel rammen”, schreef de Belgische schrijver Herman Brusselmans. Hij maakte zich boos over de oorlog in Gaza en protesteerde daar met deze messcherpe woorden tegen. Toch vindt hij zichzelf geen antisemiet, vertelde hij in de rechtbank toen hij zich moest verantwoorden over zijn column. Anne-Catherine Pardon, doctoraal student aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven, kijkt anders naar zo’n uitspraak: „Mensen hebben vaak niet het idee dat woorden ook daden kunnen worden.”
Pardon doet onderzoek naar antisemitisch woordgebruik. Daarvoor bestudeert en analyseert zij teksten van Gerhard Kittel, een beruchte Duitse nazi-theoloog (zie kader). Joden hebben alle ellende aan zichzelf te danken, vond Kittel. Dat was de straf van God voor het doden van Christus. God had volgens hem gezegd: „Voilà, jullie moeten in de diaspora, jullie worden verstrooid als straf voor wat dat jullie gedaan hebben. En als jullie een staat willen stichten en uit de Joodse ghetto’s gaan, dan zijn jullie ongehoorzaam aan God.”
Kittel is een interessant figuur, vindt Pardon. „Mijn onderzoek gaat om het graven in zijn teksten en taal, om te zien welke onderliggende ideologie door zijn taalgebruik geïllustreerd wordt. Hij was theoloog, een nieuwtestamenticus. Dan zou je verwachten dat hij veel schreef over Jezus, over het Nieuwe Testament, Paulus en zo. Maar komt dat in zijn werk wel zo naar boven? Ik onderzoek in hoeverre hij zijn woordkeuze gebruikte, zijn ”discours” om geweld te koppelen met stereotype ideeën die te maken hebben met mythes over het Joodse volk. Wat een christelijke exegese zou moeten zijn, lijkt bij hem dan toch aanleiding tot antisemitisch denken te geven. Dat is wat ik doe: Ik kijk door zijn werk heen en probeer na te gaan door welke ideologische agenda zijn exegese gedragen werd.”
Erfenis
Kittel was niet de enige theoloog die zo over het Joodse volk dacht, stelt Pardon. „Hij ging door in een eeuwenoude traditie. Als christenen denken wij vaak dat antisemitisme iets van nazi-Duitsland was. Maar dan vergeten wij heel onze kerkelijke traditie, onze kerkelijke erfenis. Luther schreef een berucht boekje, ”Over de Joden en hun leugens”. Mensen zeggen vaak: „Ja, maar hij was een kind van zijn tijd”. Dat is zo, maar dat toont alleen aan hoe diep dat het zat; dat maakt het niet goed, hè? Dat het aanwezig was bij Luther, toont hoe heel dat anti-Joodse sentiment als het ware in het DNA van het christendom zit.”
Lees het hele interview met Anne-Catherine Pardon in Terdege (nr. 6-7, 17 december 2024). Een los nummer is te bestellen in onze shop.
beeld: Anne-Catherine Pardon