Suïcide onder jongeren. Als het leven te veel wordt

Als het leven te veel wordt

suicide site

Gevoelens van eenzaamheid, verlatenheid en somberheid onder jongeren nemen de laatste jaren toe, zo blijkt uit tal van onderzoeken. In het ergste geval zien ze het leven niet meer zitten. „Ik vroeg me af wat er zou gebeuren als ik met de auto de brug af zou rijden en in het water zou belanden. Ook de gedachte om handenvol medicijnen te slikken, kwam bij me op. Achteraf besef ik dat God me ervoor bewaard heeft.”

Ze is twintig jaar oud en heeft een zware en depressieve periode achter de rug. Een tijd vol angsten, heftige vermoeidheid en gevoelens van somberheid. Zelfs het verlangen naar de dood stak de kop op. Corine –gefingeerde naam– blijft om begrijpelijke redenen liever anoniem. „Ik kon altijd al moeilijk met emoties omgaan. Ik had een vol hoofd en ging mijn emoties uit de weg door een druk leven, vol werk en studie.”

Een heftig ongeval binnen het gezin waarin ze opgroeit, leidt bij Corine tot een opeenhoping van onverwerkte gevoelens. „Ik kon die niet de baas blijven en ben daarom, naast mijn studie, steeds meer gaan werken. Wel zestig uur per week. Ik wilde mijn stemmingen wegdrukken. Vanbinnen was ik vol verdriet, angst en pijn.”

In het najaar van 2021 meldt ze zich ziek. „Ik dacht aanvankelijk aan een griepje, maar ik bleef maar moe en ben met alles gestopt. Ik heb ook mijn studie op pauze gezet. Het was coronatijd. M’n ritme ging eraan, ik werd steeds somberder en had veel angst in m’n lichaam. Als de zon scheen, kon ik daar niet meer van genieten. Het leven werd uitzichtloos. In steeds sterkere mate.”

Bij haar moeder stort ze af en toe haar hart uit. „Zij heeft altijd een luisterend oor, maar ze voelde zich toen vooral machteloos.” Ook een haar bekende dominee neemt ze in vertrouwen. Hij stimuleert Corine om zich niet alleen tot God om hulp te wenden, maar ook professionele hulp te zoeken. Als gevolg van lange wachtlijsten bij ggz-instelling Eleos komt ze ook op de wachtlijst van hulpverleningsorganisatie De Vluchtheuvel.

Nachtmerries

„Op een keer reed ik na een verjaardag over een brug. Ik vroeg me af wat er zou gebeuren als ik eraf zou rijden en met de auto in het water zou belanden. Ook de gedachte om handenvol medicijnen te slikken, kwam bij me op.” Ze heeft dan nog niet zo lang een eigen auto, maar beleeft aan het vervoersmiddel weinig plezier. „Ik kreeg nachtmerries over ongelukken en durfde uiteindelijk de weg niet meer op. Mijn hoofd zat overvol. Ik had weinig gevoel meer en een hoofd vol chaos.”

Corine houdt anderhalf jaar lang een dagboek bij. Ze pakt het erbij en leest er –enigszins emotioneel– een stukje uit voor, geschreven in januari 2022. „Ik word steeds banger, verlies de controle en in mijn hoofd is het chaos. Hoe is mijn verhouding tot God? Hoe diep moet ik zakken voordat ik de weg omhoog terugvind?”

In het vroege voorjaar verergeren de problemen. Een oma van Corine overlijdt na een ziekbed van enkele maanden. „Mijn moeder was in die tijd vaak bij haar zat en ik miste een aanspreekpunt.”

Na het sterven van haar oma verblijft ze op advies van de psycholoog een aantal weken in een diaconaal gasthuis. „Ik had m’n pillen aan de gastvrouwen gegeven en m’n telefoon uitgezet. Maar ’s nachts kwamen de gevoelens over de dood terug. Mijn diepste verlangen was om er niet meer te zijn. Maar dan bekroop me ook de gedachte dat ik geen afscheidsbrief had geschreven en ik wilde mijn omgeving geen verdriet aandoen. Overdag voelde ik me weer wat beter. Ik geloof dat het zover kan komen dat iemand zichzelf op een bepaald moment niet kan weerhouden. Dan overlijd je aan je ziekte. Alleen God kan je daarvoor bewaren. De twijfels over het geloof vlogen me aan. Soms waren er gedachtes in de trant van ”wat als God niet bestaat”, maar aan de andere kant was er het verlangen om Hem te zoeken.”

Als ze er drie weken verblijft, krijgt ze „een golf van emotie. Achteraf gezien was dat het kantelpunt. Het diaconaal gasthuis was een fijne plek met veel ritme en een luisterend oor. Echt een omgeving waarin ik weer een beetje de controle over mezelf terugkreeg. Mijn angst ebde weg.”

Emoties

Als ze weer thuiskomt, worden de gesprekken bij een psycholoog van De Vluchtheuvel, waarmee al voor het verblijf in het diaconaal gasthuis een begin is gemaakt, hervat. Bij Eleos krijgt ze nu een vervolgtherapie. „Er was ook sprake van een identiteitscrisis.”

Ze kan weer een beetje genieten, hoewel de sombere gevoelens in de zomervakantie van vorig jaar weer een beetje de kop opsteken. „Maar ik had er nu meer controle over. Ik heb van de psycholoog geleerd hoe ik in elkaar zit en hoe ik het beste kan omgaan met emoties. Die moet je niet onderdrukken door veel te gaan werken. Als mijn hoofd vol zit, ga ik een halfuurtje zitten met een kop thee en geef ik m’n gevoelens vrij spel. Het geeft niet of je lacht of huilt. Of ik zoek een andere vorm van ontspanning. Vroeger hoorden mijn ouders aan mijn pianospel hoe ik me voelde. Ik heb mijn piano lang niet aangeraakt, maar speel nu gelukkig weer.”

Ze denkt achteraf dat haar depressie vooral ontstaan is doordat ze haar emoties wegstopte. Aan de andere kant spelen maatschappelijke ontwikkelingen op de achtergrond een rol, meent ze. „De maatschappij vraagt steeds meer, er is een grote prestatiedruk en je moet je constant bewijzen.” Als ze terugblikt, overheerst voor haar de dankbaarheid. „God heeft me bewaard, daar ben ik van overtuigd. Ik leef nu meer dan voorheen vanuit het besef dat alles is gegeven en ik kan weer van iedere dag genieten.”

"Soms gaan bij mij direct alarmbellen rinkelen"

Het is een van de eerste vragen die Suzanne den Breejen, psycholoog bij hulpverleningsorganisatie De Vluchtheuvel, aan nieuwe cliënten stelt: „Heb je soms het gevoel dat er je liever even niet bent?” Vaak vinden mensen met depressieve gevoelens die naar haar zijn doorverwezen het plezierig als zij op een directe manier informeert naar hun welbevinden. „In hun eigen omgeving is het eng om zich eerlijk uit te spreken, zeker als de gedachte aanwezig is dat je er maar beter niet kunt zijn. Als ze het met iemand kunnen delen, valt er een last van hen af.”

Doorvragen is belangrijk, benadrukt ze. „Ik probeer onderscheid te maken tussen mogelijke gedachten aan suïcide en gevoelens die ontstaan door overbelasting. Als een cliënt grote eenzaamheid ervaart, geen interesse meer heeft voor zijn omgeving en zich waardeloos voelt, dan wordt het risicovol. Als de betrokkene daarnaast weet wanneer bijvoorbeeld een bepaalde trein langskomt of met tabletten aan het rekenen is geslagen, gaan bij mij alarmbellen rinkelen. Dan laat ik hem of haar niet meer gaan, voordat de crisisdienst op de stoep staat. Gelukkig gebeurt dat niet vaak.”

Al jaren heeft de ervaren psycholoog het gevoel dat steeds meer mensen vastlopen. Een flink deel van hen worstelt met depressieve gevoelens. Onder hen zijn steeds meer jongeren. Ze heeft de voorbije jaren al veel gesprekken gevoerd met 14- en 15-jarigen. Cijfers heeft ze niet. „Het is zeker niet alleen de coronaperiode die de problematiek heeft verergerd”, meent ze. „Voor bepaalde jongeren heeft dit meegespeeld. Zij hebben, zelfs nu we een jaar verder zijn, moeite om het ritme weer op te pakken. Op scholen zie je, in combinatie met het docententekort, dat er veel op deze jongeren afkomt.”

Maakbaarheid

Aan de andere kant zijn er ook die min of meer profiteerden van het wegvallen van tal van sociale contacten en verplichtingen. „Dan heb ik het over prikkelgevoelige jongeren, die er moeite mee hebben om aan van alles mee te doen. Natuurlijk worstelden ook zij met de vraag hoe ze hun vrije tijd moesten invullen, maar tegelijkertijd was het voor hen een goede tijd.”

Vooral de complexiteit van de maatschappij brengt veel kwetsbare mensen in de problemen. Verder speelt angst een rol. „Bijvoorbeeld de oorlog in Oekraïne en de wereldwijze spanningen als gevolg daarvan maken het deze groep niet gemakkelijk. Daarbovenop komt dan de gedachte dat alles maakbaar is, ook in de hulpverlening. Heb je pijn, dan bezoek je een dokter en zijn er medicijnen. Bij psychische vraagstukken staat er een psycholoog klaar. En dan willen we ook nog eens morgen beter zijn. Dat kan dus niet. We moeten terug naar de gedachte dat het hier niet perfect is en ook niet zal worden.”

Al in het begin van haar opleiding leert Suzanne dat er ook „veel niet kan. Lang niet alles kun je voorkomen.” Aan de andere kant valt er, zeker in het begin, door educatie nog veel te ondervangen. „Ik heb het dan niet over psychiatrische ziekten, zoals schizofrenie of borderline (persoonlijkheidsstoornissen). Als ik daarvan verschijnselen aantref, verwijs ik door naar de geestelijke gezondheidszorg.” Bij De Vluchtheuvel heeft ze te maken met een sterke wisselwerking tussen verschillende klachten: lichamelijk, psychisch en als gevolg van de omgeving waarin men verkeert. „Bij jongeren speelt sterk mee dat ze op zoek zijn naar hun identiteit. Dan zijn de opvoeding en de omgeving heel belangrijk.”

Mijdingsgedrag

Als veelvoorkomende kenmerken van een depressie noemt ze interesseverlies, een sterk schuldgevoel en mijdingsgedrag. „Verminderde eetlust en concentratieverlies hangen vaak ook samen met depressiviteit. Of juist uitingen van te uitbundige vrolijkheid. Het is altijd verstandig om in die gevallen aan de bel te trekken.”

Het inroepen van een deskundige is een grote stap, beseft ze. „In de reformatorische achterban is het taboe wel minder geworden, maar moet nog steeds een aanzienlijk deel van de mensen een drempel over. Ze doen veel af als onzin en geven aan dat je beter stug door kunt werken.”

Geloof kan tot steun zijn, evenals kerk, school en vriendengroep. „Belangrijk is dat je het in gebed bij God kunt brengen en dat je er met een vriend of bekende over kunt praten. Maar dan moet je wel jezelf bloot geven. Dat is een hele stap als je niet gewend bent om emoties op tafel te leggen.”

In het geval dat iemand werkelijk suïcide pleegt, waakt de psycholoog ervoor om de omgeving de schuld te geven. „Dat ligt heel teer. Als iemand echt met plannen rondloopt, kun je de uitvoering ervan lang niet altijd voorkomen. Belangrijk is dat je luistert en er bent. Zonder veel woorden. Verdriet mag de ruimte krijgen en is vaak onpeilbaar diep.”

Voor hulp en gesprekken: het telefoonnummer 113 is dag en nacht bereikbaar.

Overleden aan een ernstige ziekte

Familieleden en ambtsdragers hoeven niet deskundig te zijn in hun omgang met suïcidale mensen. ”Naar Boven wijzen en doorverwijzen.” Ds. Van de Kieft (1967), die zelf een zoon verloor, waarschuwt ervoor om voor hulpverlener te spelen. ”Blijf wel in gesprek. Laat hem of haar niet los.” Ds. D.E. van de Kieft, predikant van de Gereformeerde Gemeente in Nederland, weet als geen ander wat het is om met suïcide te worden geconfronteerd. In juni 2014 stierf zijn psychisch zieke zoon Hendrik. Hij was slechts twintig jaar.

De ingrijpende gebeurtenis houdt de dominee en zijn gezin tot op de dag van vandaag bezig. Hij vergelijkt het met de „scherpe doorn in het vlees”, waarover Paulus spreekt in de tweede brief aan de Korinthiërs. Uit hetzelfde hoofdstuk in de Bijbel was de trouwtekst van de Urker predikant afkomstig en acht jaar geleden ook de rouwtekst bij de begrafenis van zijn zoon. „In vers 9 staat: „En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg.” Op momenten dat je dat mag geloven, wordt de doorn draaglijk.”

De dominee geeft aan fel te zijn bestreden. „God heeft het verloren en de satan gewonnen, zo klonk het van binnen. Maar de Heere gaf me kracht uit Psalm 3: Maar, trouwe God, Gij zijt het Schild dat mij bevrijdt.”

Jarenlang wordt het thema zelfdoding in zijn omgeving niet aangeroerd. „Het onderwerp was taboe en men liep met een boog om je heen. Totdat ik een oudere man ontmoette die hetzelfde had meegemaakt.” Het leidt tot een openhartig gesprek.

Kleine signalen

De predikant gebruikt het woord zelfmoord niet. „Dat is een harde uitdrukking, die weergeeft dat er sprake is geweest van een vooropgezet plan. Er is verschil tussen hen die aan een ernstige psychische ziekte sterven en mensen die vanuit hoogmoed, wroeging of wat dan ook een einde aan hun leven maken. Zoals Saul, Achitofel en Judas.”

Ds. Van de Kieft benadrukt dat geen geval hetzelfde is. „Soms had de omgeving het totaal niet verwacht, terwijl je van anderen hoort dat ze er al jarenlang bang voor waren. Soms worden achteraf kleine signalen zichtbaar.

Dat kan leiden tot een hevig schuldgevoel. Maar als iemand in grote psychische nood is, kan hij of zij het zicht op de werkelijkheid kwijt zijn. Zo iemand kan aan alles twijfelen: aan zichzelf, aan anderen, maar ook aan de Bijbel. Dat zie je bij Asaf in Psalm 73. Luisteren en meeleven is dan belangrijk. Belangrijker dan theologisch juiste dingen te zeggen. Wel is het belangrijk om een gedeelte uit de Bijbel te lezen en de noden op te dragen in het gebed. Dat kan al troost geven.”

Signalen die erop wijzen dat iemand naar de dood verlangt, dienen volgens de dominee altijd serieus te worden genomen. „Het is niet waar dat iemand niet tot de daad komt zolang hij of zij erover spreekt. We moeten ook altijd tegen suïcide waarschuwen, want het is een grote zonde tegen het zesde gebod. Je mag er tegelijkertijd op wijzen dat iemand voor familie en vrienden onmisbaar is, ook al lijkt alles te mislukken. Naastbetrokkenen doorzien de situatie vaak beter dan wie dan ook. Daarom kan het in bepaalde gevallen belangrijk zijn op die momenten de betrokken hulpverlener in te lichten.”

Onbereikbaar

Er kan een moment komen dat de psychisch zieke persoon onbereikbaar wordt. „Als het leven een kwelling is geworden en de dood draaglijker lijkt dan het leven.” De dag van het sterven van zijn zoon omschrijft de predikant als „een aardbeving. Het is zo onnatuurlijk.”

Rouw na suïcide is volgens de predikant in veel opzichten vergelijkbaar met andere vormen van rouw. „Tegelijkertijd zijn er verschillen. Suïcide is in veel gevallen traumatisch voor de achterblijvers. Zo’n ingrijpende gebeurtenis wordt door gezinsleden verschillend beleefd. Voor beelddenkers kan het nachtmerries opleveren.

Schrik niet van hevige emoties en woede, zelfs tegen de Allerhoogste. Anderen hebben, na een zware weg, soms iets van een gevoel van opluchting, maar dat gaat later over in een schuldgevoel.” Zoeken naar oorzaken is een zware en onmogelijke opgave. De predikant vergelijkt met een puzzel van duizend stukjes. „Veel stukjes zijn kwijt en niet meer terug te vinden.”

Rouwverwerking bestaat niet, geeft Van de Kieft aan. Hij citeert deskundige Manu Keirse: „de rouw gaat als een schaduw door het leven.” Hij heeft een belangrijk advies voor ambtsdragers: „Wees begripvol, ook al weet je niet wat je moet zeggen bij een bezoek. „Als er niet wordt gepraat, kan je komst toch geslaagd zijn.”

Eeuwige staat

Ds. Van de Kieft –het gebeurde voordat hij werd toegelaten tot de studie voor predikant– ging na het sterven van Hendrik intensief zoeken en lezen. Hij wilde weten hoe kerkvaders en oudvaders schreven over hen die door zelfdoding stierven. Hij is sindsdien uiterst voorzichtig in het pastoraat. „Gods rechtvaardigheid sluit Zijn barmhartigheid niet uit.”

Over de eeuwige staat van als gevolg van suïcide gestorven persoon is de predikant daarom heel genuanceerd. „Vroeger was de gedachte van velen dat er geen behoud mogelijk was. Maar verschillende kerkvaders en vertegenwoordigers van de Reformatie en de Nadere Reformatie denken daar anders over. Niet alle suïcide is zelfmoord. Het levenseinde van bijvoorbeeld Achitofel en Saul had niets met nood te maken. Bij psychische nood ligt dat anders. Justus Vermeer geeft aan dat we niet licht ten kwade moeten oordelen en evenmin licht ten goede. Zelfdoding blijft een gruwelijke zonde, maar God is niet alleen rechtvaardig, ook barmhartig. Let meer op iemands leven dan op zijn einde. Veroordeel de daad, maar beoordeel niet de staat.”

Belangrijkste doodsoorzaak bij jongeren

Recente cijfers van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) laten zien dat het aantal jongeren (12-25 jaar) met serieuze suïcidale gedachten onverminderd hoog blijft (16 procent van het totaal) . Na een bijna een verdubbeling in de laatste lockdownperiode (van 9 procent in het najaar van 2021 naar 17 procent tussen december 2021 en februari 2022) daalde dit aandeel nauwelijks.

Suïcide is al jaren de belangrijkste doodsoorzaak bij jongeren. Zelfs aan basisschoolleerlingen gaat het niet voorbij. De schatting is dat jaarlijks in totaal drieduizend jongeren in Nederland een poging doen om zichzelf van het leven te beroven. Elke dag overlijden er in totaal vijf mensen in Nederland als gevolg van zelfdoding. Dat zijn er circa 1850 per jaar. Meer dan de helft van deze mensen is op middelbare leeftijd. De grootste toename is te zien bij mannen tussen de 20 en de 30 jaar.

beeld: Huis van Mijn

Smaakt Terdege naar meer?

En wil je de andere artikelen ook graag lezen?

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Ad Ermstrang

Volg ons lifestyle platform op instagram.