Als dienen heersen wordt

Als dienen heersen wordt

verbruggen1_preview

Het is goed dat er gezag is. In kerk en samenleving geven mensen leiding aan anderen. Gezag is door God gegeven. Hij zet ons in structuren waar leiding wordt gegeven en ontvangen. Wie leiding geeft, is daar ten diepste door de Heere toe geroepen. Denk aan ouders, kerkelijke ambtsdragers, bestuurders. Gezag is gezond. Gezag kan echter ook zeer ongezond worden, als het verkeerd wordt gebruikt. Als dienen heersen wordt. Als macht misbruikt wordt en leidt tot manipulatie.

Als gezag niet op de goede manier wordt gebruikt, is de impact daarvan groot. Als ouders hun kinderen zwaar onderdrukken, beschadigt dat de kinderen levenslang. Een organisatie kan kapotgaan als de directeur niet dient, maar heerst. Ook in de kerk is de schade groot als ambtsdragers hun gezag inzetten voor handhaving van hun eigen positie, in plaats van voor het dienen van de gemeente.

De Bijbel is eerlijk over misbruik van gezag. Om slechts één voorbeeld te noemen: in Ezechiël 34 zegt de Heere van de leiders van Israël dat zij zichzelf weiden en niet hun kudde. Dat is wat machtsmisbruik kenmerkt. Het belang van herder staat centraal, niet de kudde. Het gevolg: de kudde raakt verstrooid raakt. De gevolgen zijn desastreus!

Wanneer is gezag nog gezond en wanneer raakt het uit evenwicht? Het is niet zo eenvoudig om dat te herkennen. En we belijden met zondag 39 van de Catechismus dat geen enkele gezagsdrager volmaakt is maar ”zwakheden en gebreken” kent.  Als dienen heersen wordt, speelt er vaak een aantal zaken:

  • De gezagsdrager ontwikkelt zich tot iemand met twee gezichten. Er is een vriendelijke, lieve kant en er is een harde, boze kant. De leider heeft een binnen- en buitenkant die niet met elkaar overeenstemmen. De buitenwereld ziet vooral de vriendelijke kant. Wie dichterbij komt, ziet ook een heel andere kant.
  • Bij machtsmisbruik komt het persoonlijke belang van de leider steeds meer centraal te staan, terwijl het belang van de gemeente, de organisatie of het gezin steeds meer naar de achtergrond raakt. De gezagsdrager kan zich daarbij beroepen op de Heere, Die hem de gezagspositie heeft gegeven.
  • Bij misbruik van macht vallen er gaandeweg slachtoffers. Er zijn mensen die tegengas gaan geven, die problemen aan de kaak stellen. Zij worden als dissidenten gezien en moeten het veld ruimen. Er ontstaat een cultuur waarbij kritiek op de leider niet op prijs wordt gesteld. Mensen worden bang om fouten te maken en gaan zich correct gedragen.
  • Procedures kunnen mistig worden. Bijvoorbeeld de procedure rond de benoeming van nieuwe personeels- of directieleden, of rond het kiezen van nieuwe ambtsdragers. Transparantie raakt zoek, het vertrouwen neemt af. De leider zal gaandeweg meer invloed willen uitoefenen op en via degenen die hij om zich heen verzamelt.
  • Het spreekt voor zich dat misbruik van gezag zure vruchten heeft. De belangen van de organisatie of van de kerkelijke gemeente worden minder gediend. Het onderlinge vertrouwen neemt af. Er lopen mensen weg. De openheid vermindert.

Wat drijft mensen die hun gezag gaan misbruiken? Vaak is een ”heerser” iemand met een zwak ontwikkelde identiteit. Hij (of zij) voelt zich vanbinnen wellicht kwetsbaar en onzeker, veel van het overheersende gedrag is te zien als een gebrekkige vorm van zelfbescherming.

Degene die zijn gezag misbruikt, heeft zijn identiteit voor een groot deel gebouwd op zijn ambt of zijn taak. Als deze leidinggevende rol er niet meer zou zijn, bleef er van zijn zelfbeeld weinig meer over. In feite is het gevaarlijk als zo iemand te veel gezag en invloed krijgt. Hij of zij is niet volwassen genoeg om dat aan te kunnen.

Wie zijn gezag misbruikt, laat dikwijls een spoor van slachtoffers achter. In feite zijn er drie partijen: Degene die anderen overheerst. Degenen die daarvan het slachtoffer zijn. En de omstanders. Ze zijn zelf niet direct het mikpunt van degene die manipuleert of overheerst, maar maken wel deel uit van de situatie. Ze doen er het zwijgen toe, vaak uit angst zelf het volgende slachtoffer te worden. Hoe begrijpelijk dat ook is, de zwijgende omstanders houden het overheersende patroon mede in stand.

Zonder volledig te zijn enkele lessen.

  1. Het laat ons allereerst zien dat het uitoefenen van gezag, het geven van leiding, geen kleinigheid is. Elke leider neemt in zijn of haar leidinggevende positie zijn eigen zondige hart mee. Het is goed om ons daarvan bewust te zijn. Laat ieder in een leidinggevende rol zich voortdurend afvragen of hij lijkt op de overste Herder der schapen. Zodat van ons nooit gezegd kan worden dat we onszelf weiden en niet de kudde. Laat iedere leider steeds bidden om het beeld van Christus gelijkvormig te zijn. Dat is een krachtig medicijn tegen heersen in plaats van dienen. Gezag is immers verleende volmacht.
  2. Het is goed dat er in de kerk en in christelijke organisaties een cultuur is waar we op een gezonde wijze elkaar durven te corrigeren. De Spreukendichter zegt dat openbare bestraffing beter is dan verborgen liefde (Spr. 27: 5, 6). Een goede leider realiseert zich dat hij onvolmaakt is, vraagt anderen om feedback, en neemt kritische noten ter harte.
  3. Ten slotte is er een taak voor de zwijgende omstanders. Het is goed dat we ons realiseren dat iemand die anderen overheerst, daar door een zwijgende meerderheid de ruimte voor heeft gekregen. Laat een christen niet wegkijken als een leider zijn gezag misbruikt, maar doen wat binnen zijn vermogen ligt om slachtoffers te steunen, de heersende leider te corrigeren, en de zwijgende omstanders te mobiliseren om hun verantwoordelijkheid te nemen.

Erik-Jan Verbruggen is psychosociaal hulpverlener en mediator bij De Vluchtheuvel en pastoraal werker in de gereformeerde gemeente te Dordrecht.

Auteur

Erik-Jan Verbruggen

Volg ons lifestyle platform op instagram.