10 jaar samenbinden

10 jaar samenbinden

FOTOSESSIE-HENK-0032

Het voelt als de dag van gisteren. Toch is het op 30 april alweer tien jaar geleden dat koning Willem-Alexander werd ingehuldigd in de Nieuwe Kerk van Amsterdam. Hoogste tijd voor een analyse. Hoe heeft hij het gedaan? En wat is er de afgelopen periode veranderd?

Met een slecht rapport thuiskomen is niet zo leuk, maar aan het hof liggen ze niet wakker van een onvoldoende meer of minder. De traditionele Koningsdagenquête over de populariteit van de Nederlandse monarchie wordt achter de schermen weliswaar uitvoerig bestudeerd, maar de dalende cijfers zorgen niet direct voor code rood. Dat heeft vooral te maken met het startpunt. Rond de inhuldiging was maar liefst 78 procent van de Nederlanders voor de monarchie. 78 procent! Dat dit ongekend hoge getal zou gaan dalen, werd toen al wel gezien als een vanzelfsprekendheid. Dat de lijn sinds 2021 opvallend hard naar beneden duikt, wordt –terecht of onterecht– los gezien van het functioneren van de koning. Het vertrouwen in de regering, de politiek en andere gezaghebbende partijen neemt af, en daarmee ook het vertrouwen in de monarchie, zo wordt er geredeneerd.

Verandering

Op 30 april wordt er op Paleis Huis ten Bosch dus gewoon feest gevierd. Dat mag ook wel, want in het afgelopen decennium is er heel veel werk verzet. Wel vijfendertig staatsbezoeken, twintig streekbezoeken, honderden werkbezoeken en nog veel meer ontvangsten passeerden de revue. Op een paar uitzonderingen na verliepen ze vlekkeloos. Een hele prestatie, zowel van de koning als van het team om hem heen. Ruim voor de inhuldiging werd er overigens al nagedacht over de invulling ervan. Zo besloot Willem-Alexander, in samenspraak met zijn adviseurs, dat niet ieder bezoek officieel en formeel zou moeten zijn. Juist onaangekondigde, informele bezoeken zouden hem dichter bij het volk en de inhoud brengen. Wie kijkt naar de koninklijke agenda op koninklijkhuis.nl, ziet inderdaad een verandering met tien jaar geleden. Jubilea en openingen worden keurig aangekondigd, maar een groot deel van de binnenlandse werkzaamheden wordt zonder toeters en bellen uitgevoerd. Dat hij daardoor ook minder zichtbaar is, neemt de koning blijkbaar voor lief.

Eigen inbreng

Per jaar komen er op Paleis Noordeinde honderden uitnodigingen binnen van allerhande organisaties. Ongeveer vijf procent krijgt een ”ja” terug. Daarmee zit de agenda van de koning nog niet helemaal vol. Dat moet ook niet, want Willem-Alexander wil ruimte behouden voor eigen inbreng. Vindt hij een onderwerp belangrijk, zoals de onrusten in het AZC in Ter Apel, dan kan hij daar –uiteraard in overleg– een kijkje komen nemen. Een van de onderwerpen waarbij de koning zich nauw betrokken voelt, is het slavernijverleden van Nederland. Op Paleis Noordeinde worden met regelmaat betrokken personen en organisaties ontvangen om te spreken over dit onderwerp. Dat Willem-Alexander koning is van de landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten speelt hierbij ongetwijfeld een rol. Op deze eilanden speelt het thema nog meer dan in Nederland.

Zijn werkzaamheden voor het Oranje Fonds brengen de koning van Groningen tot Limburg. Op het paleis wordt op een digitale landkaart de verspreiding van de bezoeken bijgehouden. Idealiter krijgen alle provincies ieder jaar koninklijk bezoek. Zeker in coronatijd was de realiteit soms wel wat anders. Veel bijeenkomsten vinden immers plaats in een paleis, hoofdkantoor of congreszaal. Die vind je nu eenmaal eerder in hartje Den Haag dan in Lutjebroek. Maar waar hij ook is, de koning houdt zijn drie kerntaken gelukkig helder voor ogen. Aanmoedigen, vertegenwoordigen en verbinden. Of om het met zijn eigen woorden te zeggen: „Ik zie voor mezelf sowieso een rol: samenbindend, vertegenwoordigend aanwezig te zijn en aanmoedigend te zijn in de Nederlandse samenleving. En ook daar te zijn voor degenen die het nodig hebben.”

beeld: Henk Visscher

Auteur

Josine Droogendijk

Volg ons lifestyle platform op instagram.